Deel II: Jeugdbescherming, drang en dwang

Eén van de belangrijkste doelen van de Jeugdwet is om kinderen gezond en veilig op te laten groeien. Meestal gaat dat goed en soms komt de rechter eraan te pas. In het volgende deel van deze module gaan we hierop in.

Het uitgangspunt van jeugdhulp is vanzelfsprekend, dat dit vrijwillig gebeurt en dat ouders en jeugdige het hier mee eens zijn. We noemen de hulp die gezinnen dan krijgen: hulp vanuit het vrijwillig kader. Verreweg het grootste deel van de jeugdhulp vindt plaats vanuit dit vrijwillig kader.

Maar wat nu als er wel grote zorgen zijn en de ouders en/of jeugdige ziet het minder somber in? Uiteindelijk kan er gedwongen hulp ingezet worden vanuit het gedwongen kader, dwang dus. Daar komen we zo nog even op terug.

Nét voor het gedwongen kader is er een bijzondere categorie binnen het vrijwillig kader. Dit noemen we drang. Je begrijpt dat zeker dwang en ook drang uiterste redmiddelen zijn, waarbij je eerst alle andere mogelijkheden goed onderzoekt.

Drang 

Drang valt zoals net gezegd binnen het vrijwillig kader. Kenmerkend voor drang is: vrijwillig maar niet vrijblijvend. De hulp is weliswaar vrijwillig, maar aan het niet aanvaarden van de hulp kunnen consequenties zitten. Als ouders bijvoorbeeld besluiten te stoppen met de hulp, dan is een mogelijke consequentie dat er een onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming wordt gestart. 

Filosofiemomentje: Er is nogal wat te doen over dwang en drang. Denk aan wat er besproken wordt over de uithuisgeplaatste kinderen rond de toeslagenaffaire. Het gaat hierbij om ruim 1600 kinderen die vanuit dwang (dus met een uitspraak van de rechter) uithuisgeplaatst zijn, maar vermoedelijk gaat het om nog meer kinderen die vrijwillig (maar waarschijnlijk wel met drang) uit huis zijn geplaatst. 

Denk eens na over de volgende stellingen: 

  • Het is logisch dat ouders zich gechanteerd voelen, als ze moeten meewerken om een onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming te voorkómen. 
  • Drang is een oneigenlijk middel, waarbij ouders en kind niet voldoende rechtsbescherming ontvangen. 
  • Een jeugdprofessional heeft geen keus: als het misgaat mag hij of zij zelf voor de tuchtrechter verschijnen. Dus bij twijfel: geen risico nemen. 
  • Uiteindelijk moet de veiligheid van het kind vooropstaan. In dat kader zijn alle middelen geoorloofd. 

En? Voel je de dilemma’s? Van de jeugdprofessional? Van de ouders? Jeugdprofessional is absoluut geen makkelijk vak. 

Dwang

In het vervolg van deze module gaan we uitgebreid in op dwang. Bij dwang komt de kinderrechter eraan te pas en wordt hulp verplicht opgelegd. Dit noemen we het gedwongen kader. Het gaat dan om de inzet van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. We zullen in de rest van de module uitleggen hoe er besloten wordt tot de inzet van deze zware vorm van jeugdhulp.  


Check, dubbelcheck

  • Ik weet wat het verschil is tussen het vrijwillig en gedwongen kader. 
  • Ik kan de term dwang en drang plaatsen. 
  • Ik weet dat drang valt binnen het vrijwillig kader. 
  • En dwang binnen het gedwongen kader.