Inkomen – Deel I

De twee pijlers van de Participatiewet zijn zoals eerder aangegeven: inkomen en werk. We gaan in deze module eerst dieper in op het inkomen. Het Inkomen gaat niet alleen over het inkomen uit arbeid of uitkering, maar ook over alle middelen die de persoon kan gebruiken om te voorzien in de kosten van levensonderhoud. Wat onder inkomen wordt verstaan in de Participatiewet is vastgelegd in artikel 32 en 33 van de Participatiewet.

Hoewel we spreken over bijstand zijn er verschillende vormen van bijstand. Vanuit de Participatiewet zijn er verschillende vormen van bijstand. Hier gaan wij in de volgende paragrafen wat dieper op in.

Algemene bijstand

De algemene bijstand is een uitkering voor personen die niet genoeg inkomen of eigen vermogen hebben om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Om in aanmerking te kunnen komen voor algemene bijstand, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet je:

  • Rechtmatig woonachtig zijn in Nederland
  • 18 jaar of ouder zijn (bijzondere bijstand tot 21 jaar)
  • Niet genoeg inkomen of eigen vermogen hebben om in je eigen levensonderhoud te kunnen voorzien
  • Geen beroep kunnen doen op een andere voorziening/uitkering (bijv. WW)

In sommige gevallen bestaat er geen recht op bijstand. Dat geldt voor:

  • Personen die in detentie zitten of zich hieraan onttrekken 
  • Jongeren onder de 18 jaar
  • Jongeren van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijven. Ouders zijn nog onderhoudsplichtig. Mochten ouders geen bijdrage kunnen leveren, dan kan er financiering aangevraagd worden vanuit de Bijzondere bijstand
  • Jongeren onder de 27 jaar die nog een opleiding kunnen volgen
  • Personen die langer dan de wettelijk toegestane termijn (4 weken) in het buitenland verblijven
  • Personen die een militaire (of vervangende dienstplicht) vervullen
  • Personen die wegens een werkstaking niet werken en een bijstandsaanvraag doen
  • Uitreizigers (= terroristen)
  • Personen die bijstand aanvragen voor de (gedeeltelijke) aflossing van schulden en die bij het ontstaan van deze schulden of daarna over voldoende middelen beschikte om in levensonderhoud te voorzien 
  • Personen die onbetaald verlof genieten, m.u.v. alleenstaande ouders die onbetaald ouderschapsverlof opnemen. Deze persoon heeft wel recht op (aanvullende) Algemene bijstand

Inkomen en vermogen

Voor de beoordeling of iemand recht heeft op een uitkering wordt gekeken naar diens beschikbare middelen om zelf in de kosten van levensonderhoud te voorzien, oftewel naar iemands inkomen en vermogen.

Met iemands inkomen wordt geld bedoeld dat je ontvangt voor geleverde arbeid of door een uitkering. Dit kan bijvoorbeeld loon zijn of een Ziektewetuitkering. Vermogen is de waarde van bezittingen waarover de persoon of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, verminderd met aanwezige schulden. Dit kan contant geld zijn maar ook auto’s of aandelen. De hoogte van een (algemene) bijstandsuitkering is afhankelijk van iemands leeftijd en leefsituatie. Zo is er bijvoorbeeld een verschil in hoogte tussen een jongere en iemand die pensioengerechtigd is en heeft het invloed of je samen- of alleen woont. Ook wanneer je met meerdere mensen in een huis woont is dat van invloed op de hoogte van de bijstand. Dan spreken we over kostendelers. Het aantal kostendelers bepaalt de hoogte van de bijstand. Hoe meer mensen waarmee je de kosten van huur en vaste lasten kunt delen, hoe lager de bijstandsnorm.


Check, dubbelcheck

  • Wanneer ik zelf nog geld of inkomen heb of kan krijgen, ik niet in aanmerking kom voor een uitkering Participatiewet.
  • Ik maximaal vier weken in het buitenland mag verblijven wanneer ik een uitkering Participatiewet heb.
  • Wanneer ik ga staken en mijn baas betaalt mij geen loon meer uit, dat ik dan geen beroep kan doen op de Participatiewet.
  • Detentie sowieso niet aan te raden is, maar dat je dan ook geen uitkering Participatiewet ontvangt.