Door de coronacrisis en de daaruit voortkomende maatregelen vanuit de overheid hebben veel bedrijven hun omzet zien dalen. Hierdoor zijn veel ondernemers en inwoners in financiële problemen gekomen. Om hen tegemoet te komen in de nadelige financiële gevolgen zijn er verschillende coronaregelingen in het leven geroepen. Er zijn regelingen gericht op ondernemers maar ook regelingen voor andere gedupeerden van de coronacrisis, bijvoorbeeld voor inwoners die door de coronamaatregelen een lager inkomen hadden. Deze regelingen worden door verschillende instanties uitgevoerd zoals het UWV, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de gemeenten.
In maart 2020 is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in werking getreden. De Tozo is geënt op de Participatiewet. Hij bestaat uit een uitkering voor de kosten van levensonderhoud en uit een bedrijfskapitaal voor ondernemers. De uitkering voor levensonderhoud hoeft niet te worden terugbetaald. Het bedrijfskapitaal wordt verstrekt in de vorm van een lening en is bedoeld om de (doorlopende) zakelijke lasten en benodigde investeringen mee te kunnen financieren. Deze lening moet in een tijdsbestek van 5 jaar worden terugbetaald met rente. De Tozo-regeling loopt tot 1 oktober 2021.
Sinds maart 2021 (tot oktober 2021) kunnen inwoners, waarbij door corona sprake is van een inkomstendaling, de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) aanvragen. De TONK is bedoeld voor inwoners die de noodzakelijke kosten zoals de woonkosten niet meer kunnen betalen. Er is geen overkoepelend beleid vastgelegd, wat betekent dat elke gemeente zijn eigen beleid heeft kunnen bepalen. Dit zorgt niet alleen voor verschillen tussen de gemeenten in de uitvoering van de TONK, maar ook in de hoogte van de bijdrage.
Naast de particuliere lasten hebben ondernemers ook te maken met bedrijfslasten zoals salariskosten. Als tegemoetkoming in de salariskosten is de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) in het leven geroepen. De NOW wordt niet uitgevoerd door de gemeente maar door het UWV. Door deze overbrugging kunnen ondernemers een deel van de loonkosten van hun personeel vergoed krijgen. Het doel is om ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Een voorwaarde voor de toekenning is dat er tenminste 20 % omzetverlies wordt geleden. Wanneer achteraf blijkt dat het omzetverlies minder is, moet de NOW worden terugbetaald.
Ondernemers die moeite hebben met het betalen van de overige zakelijke lasten kunnen aankloppen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Bij de RVO kunnen zij, als zij aan de juiste voorwaarden voldoen, de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) aanvragen.