Participatiewet

De Participatiewet (verder Pw) staat van oudsher bekend als de bijstandswet en de uitkering vanuit de Pw wordt dan ook bijstandsuitkering genoemd. Het doel van de Pw is het bieden van een uitkering voor levensonderhoud als er echt geen andere mogelijkheden zijn én het ondersteunen om weer aan het werk te gaan. Vandaar dat we in het kader van de Pw vaak spreken over Werk en Inkomen.

Het uitgangspunt in de Participatiewet is kijken naar wat iemand wél kan wat betreft werk en deelname in de samenleving, in plaats van wat iemand niét kan. Herkenbaar? Dat kan kloppen, want kijken naar de mogelijkheden hebben we ook al gezien bij de eigen kracht die centraal staat in de Jeugdwet. 

Inkomen

Wanneer iemand zelf geen mogelijkheden heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien, kan iemand een bijstandsuitkering aanvragen. We noemen dit algemene bijstand.

Het kan ook vóórkomen dat iemand met een laag inkomen bepaalde bijzondere kosten niet kan betalen. Dit noemen we dan bijzondere bijstand.

De Pw wordt als het vangnet van onze sociale zekerheid beschouwd. Dit betekent dat je het kunt zien als het laatste redmiddel. Alle andere mogelijkheden hebben voorrang boven de Pw.

Voorbeelden:

Heeft iemand spaargeld (boven het vrij te laten bedrag) of waardevolle spullen. Kan een jongere terug naar school en een beroep doen op studiefinanciering. Kan iemand een beroep doen op een uitkering vanuit een andere wet. Kan iemand misschien snel weer aan het werk, al is het maar een paar uur week.

Van iemand die een bijstandsuitkering aanvraagt zal gevraagd worden dat hij alles in het werk zet om te voorkomen, dat hij een bijstandsuitkering nodig heeft. En als hij dan een uitkering heeft, dat deze zo kort mogelijk duurt.

Werk

Heeft iemand dan toch een bijstandsuitkering nodig, dan kan hij ondersteuning krijgen om weer aan het werk te gaan. Deze ondersteuning kan in verschillende vormen, maten, geuren en kleuren geboden worden.

Het bekendst is wel de begeleiding die de consulent werk aan de uitkeringsgerechtigde geeft. De consulent kan wanneer dat nodig is iemand coachen. De gemeente kan een inwoner ook helpen naar betaald werk met een re-integratietraject, bijvoorbeeld met een werkervaringsplaats. Of bijvoorbeeld een cursus aanbieden om goed te solliciteren.

Daarnaast is beschut werk mogelijk wanneer er meer begeleiding of aanpassingen nodig zijn dan van een reguliere werkgever verwacht mag worden.

Natuurlijk zijn er nog meer soorten ondersteuning, maar dan zou dit een hele Participatiewet module worden terwijl je hier natuurlijk bent voor de Jeugdwet. Niet helemaal de bedoeling dus! ???? 

Jongeren in de Participatiewet

Recht op een uitkering

Vanaf 18 jaarkan een jongere een bijstandsuitkering aanvragen. Maar van 18 tot 21 jaar is deze uitkering veel lager dan voor iemand van 21 jaar of ouder. Deze lage norm is namelijk net zo hoog als de kinderbijslag die ouders voorheen ontvingen (ongeveer € 270 netto per maand inclusief vakantiegeld). Het uitgangspunt is dat jongeren tot 21 jaar thuis bij hun ouders wonen.

Wanneer een jongere onder de 21 jaar toch zelfstandig woont, kan deze alleen een hogere uitkering (vanuit de bijzondere bijstand) krijgen als het echt noodzakelijk is, dat hij of zij niet bij zijn of haar ouders woont.

Dit kan het geval zijn als de ouders overleden zijn, maar ook als jongeren een jeugdzorgverleden hebben en al langer niet thuiswonen.

Zoeken naar werk

In de bijstandswet wordt onder jongeren verstaan: iedereen tussen de 18 en 27 jaar.

Jongeren zonder arbeidsbeperking:

We beginnen met jongeren (tussen de 18 en 27 jaar dus) zonder (arbeids)beperkingen. Met arbeidsbeperking wordt bedoeld dat iemand door ziekte of gebrek niet in staat is om het minimumloon te verdienen.

Is dit niet aan de hand en gaat het om een ‘gezonde’ jongere, dan krijgt de jongere wanneer hij zich meldt niet direct een uitkering. Jongeren moeten eerst vier weken zoeken naar een baan.

Pas als een jongere hier echt aantoonbaar zijn best voor heeft gedaan en het toch niet is gelukt, kan er recht op een bijstandsuitkering zijn.

Als een jongere nog kan studeren met recht op studiefinanciering en hiermee zijn positie op de arbeidsmarkt kan verbeteren, dan wordt dit aangemoedigd (en soms zelfs verplicht gesteld). Onderzoek heeft uitgewezen dat het behalen van het juiste diploma de beste manier is om iemand voor armoede te behoeden.

Jongeren met een arbeidsbeperking:

Voor jongeren met een (arbeids)beperking loopt de ondersteuning vaak wat anders. Wanneer een jongere door een verstandelijke beperking of psychische stoornis niet in staat is om het minimumloon te verdienen, kan hij of zij opgenomen worden in het doelgroepenregister.

Jongeren die in dit register zijn opgenomen kunnen extra structureel begeleiding krijgen om toch een betaalde baan te kunnen vervullen en werkgevers die deze mensen in dienst nemen kunnen loonkostensubsidie ontvangen om eventuele verminderde productiviteit te compenseren.

Normaliter wordt de toegang tot de doelgroep bepaald aan de hand van een loonwaardemeting door het UWV waarmee onderzocht wordt of iemand het minimumloon kan verdienen. Voor jongeren die het speciaal onderwijs hebben afgerond wordt een uitzondering gemaakt. Zij worden direct in het register opgenomen. Vaak is er al voor de 18e verjaardag contact tussen jeugdprofessional en werkconsulent.

Samenwerken met je collega’s van de Pw en andere betrokken professionals

Juist als er problemen zijn met jeugdigen is het goed om alle mogelijkheden als jeugdprofessional in beeld te hebben. Je zult dan samen moeten werken met het samenwerkingsverband (zie de pagina over Passend onderwijs), de leerplichtambtenaar en ook de afspraken moeten kennen die er in jouw gemeente gemaakt zijn voor de schoolverlaters vanuit het speciaal onderwijs (of praktijkroute), de doelgroepjongeren.

In veel gemeenten zien we dat er vanuit het speciaal onderwijs afspraken zijn gemaakt met beleid en uitvoering van de Pw, hoe jongeren met een arbeidsbeperking zonder onderbrekingen vanuit school kunnen doorstromen naar werk (als dat haalbaar is). Lang niet altijd zijn de beleidsmedewerkers van Jeugd bij deze afspraken betrokken. Omdat er ook vaak sprake zal zijn van jeugdhulp, is het in ieder geval belangrijk om op de hoogte zijn vanuit beleid en het liefst betrokken.

Het plan hoe een jeugdige overgaat van 18 – naar 18 + is hierbij extra belangrijk (we komen hier later nog op terug).


Check, dubbelcheck

  • Ik ken de relatie tussen Pw en bijstandsuitkering.
  • Ik weet wat Werk en inkomen in dit kader betekent.
  • Ik weet nu dat er een verschil is in de hoogte van een uitkering voor jongeren van 18 – 21 jaar en van 21 jaar en ouder.