Werk – Deel II

Verplichtingen

Naast de inlichtingenplicht die we zojuist hebben besproken zijn er voor bijstandsgerechtigden ook verplichtingen rondom werk.

Belanghebbenden zijn overeenkomstig artikel 9 van de Participatiewet vanaf de meldingsdatum (dat zij hulp nodig hebben op het gebied van inkomen en/of werk) verplicht:

  • Lid 1a: Om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, te aanvaarden en te behouden. Dit geldt ook als het werk in een andere woonplaats is dan waar belanghebbende woont. Er wordt een maximum reistijd van 3 uur per dag gehanteerd.
  • Lid 1b: Om gebruik te maken van een door de gemeente aangeboden voorziening. Dit is bijvoorbeeld sociale activering gericht op arbeidsinschakeling. Ook moet een belanghebbende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en als dit van toepassing is, meewerken aan een plan van aanpak. Belanghebbenden kunnen verplicht worden trainingen te volgen om de kans te vergroten dat zij een baan vinden.
  • Lid 1c: Om naar vermogen door de gemeente opgedragen vrijwilligerswerk te doen. Hieronder verstaan we het verrichten van werkzaamheden die maatschappelijk nuttig zijn.

Als bijstandsgerechtigden deze verplichtingen niet nakomen worden zij gekort op hun uitkering. Hoe vaker zij deze verplichtingen niet nakomen, hoe vaker zij worden gekort op hun uitkering. In sommige gevallen wordt de bijstandsuitkering zelfs voor 100% gekort, wat betekent dat er weliswaar recht is op een uitkering, maar dat door de maatregel het recht niet uitmondt in een betaling.


Check, dubbelcheck

  • Het ontvangen van een uitkering niet vrijblijvend is.
  • Wanneer ik niet meewerk en mijn best doe om aan het werk te kunnen gaan, dat de gemeente dan mijn uitkering kan en mag korten.