Gemeentelijke verordening
In de Participatiewet is op een aantal onderdelen in de wet opdracht gegeven om eigen beleid vast te leggen in een verordening. De verordening is een algemeen verbindend voorschrift en op lokaal niveau de ‘hoogste’ regeling. Een verordening is eigenlijk een lokale wet die voor alle inwoners geldt (algemeen verbindend). Een verordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld.
Welke zaken móet een gemeente uitwerken in een verordening?
Verordeningen uitkeringen
In artikel 8 van de Participatiewet artikel 8 van de Participatiewet is vastgelegd dat gemeenten in hun verordening regels stellen over de uitkeringen die zij aan hun inwoners verstrekken. Hieronder lees je artikel 8:
- De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:
- a. het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, lid 2 en de periode van de verlaging van de bijstand, bedoeld in artikel 18, vijfde en zesde lid;
- b. het verlenen van een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36;
- c. het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 9a, lid 12.
- De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel b, in ieder geval betrekking op de hoogte van de individuele inkomenstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.
Verordeningen re-integratie en tegenprestatie
In artikel 8a van de Participatiewet is vastgelegd welke regels gemeenten in hun verordening moeten vaststellen met betrekking tot re-integratie en tegenprestatie. Hieronder lees je artikel 8a:
- De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:
- a. het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, lid 1a, en artikel 10, lid 1;
- b. het opdragen van een tegenprestatie als bedoeld in artikel 9, lid 1c;
- c. de scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, lid 5;
- d. de premie, bedoeld in artikel 10a, lid 6
- e. het verrichten van werkzaamheden in een beschutte omgeving, bedoeld in artikel 10b.
- De regels, bedoeld in het eerste lid, bepalen in ieder geval:
- a. onder welke voorwaarden welke personen, bedoeld in artikel 7, lid 1a, en werkgevers van deze personen in aanmerking komen voor in de verordening te omschrijven voorzieningen en hoe deze rekening houdend met omstandigheden, zoals de zorgtaken, en het feit, dat die persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort of gebruik maakt van de voorziening beschut werk, bedoeld in artikel 10b, of een andere structurele functionele beperking heeft, evenwichtig over deze personen worden verdeeld; ld;
- b. welke regels gelden voor het aanbod van scholing of opleiding en voor de premie indien onbeloonde additionele werkzaamheden worden verricht als bedoeld in artikel 10a waarbij die regels voor de premie in ieder geval betrekking hebben op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval;
- c. de wijze waarop het administratieve proces met betrekking tot het verstrekken van loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10d, wordt vormgegeven;
- d. onder welke voorwaarden het college toestemming verleent aan een persoon als bedoeld in artikel 7, lid 1a, die algemene bijstand ontvangt om op een proefplaats gedurende twee maanden, met mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden, werkzaamheden te verrichten;
- e. met betrekking tot de persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid:
- 1. de duur en intensiteit van de persoonlijke ondersteuning en op welke wijze het college ervoor zorg draagt dat die zowel in natura als door middel van subsidieverstrekking kan worden gerealiseerd;
- 2. welke kwaliteitseisen aan een persoon als bedoeld in artikel 10, lid 3a, worden gesteld en op welke wijze die eisen worden geborgd;
- f. op welke wijze het college welke voorzieningen als bedoeld in artikel 10, lid 1, verstrekt die bestaan uit:
- 1. een vervoersvoorziening die ertoe strekt dat de persoon, met uitzondering van de persoon met een visuele beperking, zijn werkplek, proefplaats of opleidingslocatie kan bereiken;
- 2. een noodzakelijke intermediaire activiteit in het geval er sprake is van een motorische beperking;
- 3. een meeneembare voorziening voor de inrichting van de werkplek, de productie- en werkmethoden, de inrichting van de opleidingslocatie of de proefplaats en de bij het werk of opleiding te gebruiken hulpmiddelen;
- g. op welke wijze waar nodig voor een persoon als bedoeld in de artikelen 7, lid 1a, of 10d, lid 2, wordt voorzien in:
- 1. integrale ondersteuning, en
- 2. voortgezette persoonlijke ondersteuning bij de overgang van onderwijs naar werk, van werk naar onderwijs en van werk naar werk.
Verordening bestrijding misbruik
In artikel 8b van de Participatiewet is vastgelegd dat gemeenten regels vaststellen om misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand tegen te gaan. Hieronder lees je artikel 8b:
- De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet en de daarop berustende bepalingen.
We weten nu dus dat gemeenten volgens de Participatiewet regels moeten opnemen in hun verordeningen over uitkeringen, re-integratie en tegenprestatie en bestrijding misbruik. Maar per gemeente is het behoorlijk verschillend hóe gemeenten dit vastleggen in verordeningen. Soms zijn er verzamelverordeningen, waarin alle onderwerpen worden behandeld (soms zelfs integraal gezamenlijk met Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning). Soms is er voor ieder onderwerp een aparte verordening. De onderstaande opdracht gaat hierover 😊
Opdracht: Verzamel de op dit moment geldende verordening(en) voor de Participatiewet van jouw gemeente (of een gemeente naar keuze) en beantwoord de volgende vragen:
- Welke verordeningen Participatiewet kent jouw gemeente?
- Zijn het verordeningen waarin alleen zaken voor de Participatiewet worden geregeld of (integrale) verordeningen waarin ook Jeugdwet en Wmo zijn verwerkt?
- Lees artikel 8, lid 1 nog eens en klik dóór op de wetsartikelen. Welk onderwerp uit artikel 8 wordt in jouw gemeente in welke verordening behandeld?
- Lees artikel 8a nog eens door en klik dóór op de wetsartikelen. Welk onderwerp uit artikel 8a wordt in jouw gemeente in welke verordening behandeld?
- Doe hetzelfde voor artikel 8b.
Dat was best een moeilijke opdracht toch? Kwam je eruit? Super gedaan! Zo niet, vraag een collega om even mee te denken (of ben jij nu toevallig de slimste van de klas? 😊). Je kunt ons ook vragen om mee te kijken via info@yong.nl.
Check, dubbelcheck
- Ik weet wat een verordening is.
- Ik weet over welke onderwerpen gemeenten volgens de Participatiewet eigen regels moeten opnemen in hun verordeningen.
- Ik heb voor mijn eigen gemeente (of een gemeente naar keuze) onderzocht welke verordeningen er zijn vastgesteld voor de Participatiewet.