Bezwaar en beroep
Ondertussen zijn we al een heel eind met het schetsen van het juridisch kader. We hebben nog één onderwerp te gaan: bezwaar en beroep.
Als een inwoner het niet eens is met een besluit dat de gemeente heeft genomen, kan deze persoon een bezwaarschrift indienen. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt hoe het dan verder gaat en welke procedure er gevolgd moet worden. Deze procedure is voor alle wetten hetzelfde, het maakt dus niet uit of iemand bezwaar indient tegen een besluit op grond van bijvoorbeeld de Wmo, de Participatiewet of de Jeugdwet. In deze training nemen we vanzelfsprekend de Jeugdwet als uitgangspunt bij het bespreken van bezwaar en beroep. 😊
Wie kan waartegen in bezwaar gaan?
Als een inwoner het niet eens is met een besluit van de gemeente mag hij in bezwaar gaan. Het is belangrijk om te weten wie dat precies mag doen. Het korte antwoord hierop is: een belanghebbende (artikel 7:1 en 8:1, Awb).
Maar wie is dan een belanghebbende? Een belanghebbende is iemand die rechtstreeks belang heeft bij het besluit van de gemeente. Een vader mag dus in beroep gaan tegen het besluit dat er geen vervoersvoorziening voor zijn dochter wordt ingezet maar de buurvrouw die medelijden heeft met het drukke schema van vader mag dit niet.
Bij jeugdhulp heb je altijd met een gezin te maken, het gaat om de jeugdige zelf, de (stief)ouders zijn betrokken of misschien wordt de jeugdige door iemand anders dan zijn ouders opgevoed en woont hij niet meer thuis. Wie is er dan precies belanghebbende? Dit hangt af van de vorm van jeugdhulp dit wordt ingezet en de leeftijd van de jeugdige.
Jaaa, we noemen dit niet voor niks de duikboot.
Waartegen kan een belanghebbende in bezwaar gaan?
De volgende belangrijke vraag die we moeten beantwoorden is: waartegen kan een belanghebbende in bezwaar gaan? Het antwoord hierop is simpel: een belanghebbende kan tegen alle besluiten van de gemeente in bezwaar gaan.
Alleen tegen besluiten? Nee, ook tegen het niet-besluiten kan iemand in bezwaar gaan. Bijvoorbeeld als de gemeente schriftelijk heeft geweigerd om een besluit te nemen (bijvoorbeeld wanneer de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld) (artikel 6:2 Awb).
In de praktijk zal de bezwaar- en beroepsprocedure vooral voorkomen bij afwijzingen van jeugdhulp of gaan over details van de toegekende jeugdhulp. Om een beetje een beeld te krijgen waar het dan over kan gaan, hieronder wat voorbeelden:
- Je aanvraag voor jeugdhulp wordt niet behandeld, omdat de gemeente van mening is dat de gevraagde informatie na een hersteltermijn niet is aangeleverd.
- Je aanvraag voor jeugdhulp is afgewezen omdat de gemeente van mening is dat de hulpvraag voldoende op te lossen is met hulp uit het sociaal netwerk.
- De jeugdhulp is toegekend voor 2 uur per week terwijl jij van mening bent dat er 4 uur ondersteuning nodig is om de hulpvraag voldoende op te lossen.
- De jeugdhulp wordt toegekend en de gemeente vindt dat jeugdhulpaanbieder X passende hulp kan bieden. Jij bent het hier niet mee eens en wilt via een pgb de hulp zelf inkopen.
Er zijn ook zaken waartegen een gezin géén bezwaar kan maken. Zo kan er geen bezwaar gemaakt worden tegen de Jeugdwet, de verordening of de beleidsregels zelf. Ook kan er geen bezwaar gemaakt worden als de gemeente geen beslissing neemt binnen de wettelijke beslistermijn (weet je hem nog uit de vorige module?) van acht weken. Wel kan er dan een dwangsom geëist worden. De inwoner moet de gemeente dan in gebreke stellen. Wanneer er dan nog geen besluit komt (binnen twee weken) heeft de inwoner recht op een dwangsom. Ook kan een inwoner geen bezwaar indienen over de bejegening door de gemeente. De inwoner kan dan een klacht indienen bij de gemeente of bij het SKJ.
De bezwaarprocedure
Nu we weten wie waartegen bezwaar kan indienen, nemen we de procedure door.
Het indienen van het bezwaarschrift
De eerste stap is het indienen van een bezwaarschrift. In de Awb is vastgelegd dat de inwoner binnen 6 weken nadat iemand kennis heeft kunnen nemen van het besluit een bezwaarschrift moet indienen bij de gemeente. Ben je te laat dan wordt het bezwaarschrift niet ontvankelijk verklaard (zie ook hieronder).
Is het bezwaar ontvankelijk?
Als het bezwaar aankomt bij de gemeente wordt door bijvoorbeeld een kwaliteitsmedewerker of medewerker bezwaar en beroepgecontroleerd of het bezwaar ontvankelijk is. Dit betekent dat de gemeente controleert of het bezwaarschrift voldoet aan de eisen die hieraan gesteld worden (Awb, artikel 6.5). Zo moet het bezwaarschrift op tijd ontvangen zijn, voorzien zijn van handtekening, dagtekening, naam en adres van inwoner, het besluit waartegen de inwoner in bezwaar gaat en de gronden van bezwaar. Als het bezwaar niet ontvankelijk is, moet de gemeente de inwoner hiervan op de hoogte stellen en de kans geven het bezwaar aan te passen zodat het alsnog in behandeling genomen kan worden.
Gemeentelijke procedure
Hoe de procedure daarna intern verloopt verschilt per gemeente. In grote gemeenten is het vaak de juridische afdeling die met het bezwaar aan de slag gaat. In kleinere gemeenten is dat meestal de kwaliteitsmedewerker of medewerker bezwaar en beroep.
De cliënt ontvangt een ontvangstbevestiging van zijn of haar bezwaarschrift. Vaak wordt ook de jeugdprofessional die het besluit heeft genomen of de leidinggevende ingelicht over het bezwaar.
TIP
Ga eens bij de gemeente waar jij werkt na hoe de bezwaarprocedure verloopt.
Pre-mediation
Soms zetten gemeenten pre-mediation in aan het begin van de bezwaarprocedure. De gemeente gaat dan in gesprek met de inwoner (en andere betrokken partijen) over het bezwaar. Soms is er inderdaad een fout gemaakt door de gemeente en kan dit snel opgelost worden. Soms is het simpelweg nog een keer uitleggen of het gevoel gehoord te worden door een teamleider of kwaliteitsmedewerker voldoende voor inwoners.
Het spreekt voor zich dat het doel van pre-mediation nooit mag zijn: het intrekken van het bezwaarschrift. Het doel is wederzijds begrip en alleen dan kan er sprake zijn van het intrekken van het bezwaarschrift, waarmee de bezwaarprocedure stopt.
Komen ze er niet uit? Dan volgt een uitnodiging voor een hoorzitting.
Verweerschrift
Zowel de jeugdprofessional als de kwaliteitsmedewerker of medewerker bezwaar en beroep zullen in de tussentijd het besluit nogmaals onderzoeken en nalopen. Ook zal het bezwaarschrift worden uitgeplozen. Wat zijn de exacte bezwaren van de inwoner, waarom is deze het niet eens met het besluit. Ook worden de wet, de nadere regels en de beleidsregels bestudeerd én wordt beoordeeld of het besluit voldoet aan de Abbb (ken je ze nog?)
Er wordt een verweerschrift geschreven voor de hoorzitting. Dit is een tekst waarin de gemeente haar besluit verdedigt en ingaat op de bezwaren van de inwoner.
Hoorzitting
In de regel zal de gemeente de inwoner horen. Alleen als de indiener van het bezwaarschrift duidelijk aangeeft hier geen prijs op te stellen wordt hiervan afgeweken.
Het horen kan binnen een gemeente verschillend georganiseerd zijn. Vaak heeft een gemeente een bezwaarschriftcommissie ingesteld. Deze onafhankelijke commissie hoort dan de inwoner (en/of diens vertegenwoordiger) en de vertegenwoordiger van de gemeente en stelt een advies op voor het besluit op het bezwaarschrift.
In sommige gemeenten wordt er bij betrekkelijk eenvoudige bezwaarschriften ambtelijk gehoord. Dit is dan vaak de kwaliteitsmedewerker of de juridisch adviseur. Dan gaat het bezwaar niet naar de bezwaarschriftencommissie.
Advies van de bezwaarschriftencommissie
Na afloop van de hoorzitting schrijft de bezwaarschriftencommissie een verslag van de hoorzitting met daarin een advies. Let op, het gaat hier om een advies aan het college. Hierin vermeldt de commissie of zij vinden dat het bezwaar gegrond (de inwoner wordt in het gelijk gesteld) of ongegrond (de gemeente wordt in het gelijk gesteld) moet worden verklaard.
Bij een gegrond verklaard bezwaar adviseert de commissie om het besluit op bepaalde punten te herzien. Het is vervolgens aan het college om opnieuw een besluit te nemen. Hierin kunnen ze het advies van de bezwaarschriftcommissie opvolgen, maar het college mag hier ook van afwijken. Dit moet het college dan wel goed toelichten. Na de hoorzitting heeft het college zes weken de tijd om een nieuw besluit te nemen en de inwoner hierover te informeren.
Als de inwoner niet tevreden is met de uitkomst van het bezwaar, kan hij een beroep indienen bij de kinderrechter. Een soortgelijke procedure zal dan opnieuw starten, maar dan bij de rechtbank.
Check, dubbelcheck
- Ik weet wat een belanghebbende is en kan globaal benoemen wie belanghebbende is bij een besluit in het kader van de Jeugdwet.
- Ik weet waartegen een bezwaar ingediend kan worden.
- Ik ken de verschillende stappen van een bezwaarprocedure.
- Ik weet wat elke stap van de bezwaarprocedure inhoudt.