Waarom is integraal werken zo moeilijk in het sociaal domein?
Door: Esmee de With, Maaike van Kalmthout en Linde van Triest
Integraal werken is inmiddels niet meer weg te denken uit het sociaal domein: binnen de wijkteams ontkom je er niet meer aan, beleidsplannen stromen over van de integraliteit en ieder nieuw project dat gestart wordt moet een integraal karakter hebben. De visie is heel logisch: het oplossen van problemen wordt effectiever als je ze gezamenlijk en in afstemming aanpakt. In de praktijk doen gemeenten ontzettend hun best om dit te bewerkstelligen maar lopen daarbij tegen obstakels aan. Waarom is een visie die zo logisch is toch zo moeilijk uitvoerbaar? En hoe zorgen gemeenten er toch voor dat het integrale werken slaagt? Daar geven we je in deze blog antwoord op.
Wetgevingsparadigma’s
Met de nodige haast is in 2015 de decentralisatie doorgevoerd, waaruit het sociaal domein is geboren. Gemeenten kregen drie wetten aangereikt, ieder ontworpen door verschillende wettenmakers met een ander denkkader om de werkelijkheid te benaderen (het wetgevingsparadigma). Aan de gemeenten de schone taak om deze drie wetten in praktijk te brengen onder één noemer, het sociaal domein. Gelukkig is het de landelijke politiek inmiddels ook duidelijk dat deze drie wetten elkaar regelmatig in de weg zitten. Daarom wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel voor meervoudige problematiek in het sociaal domein zodat het makkelijker wordt om overstijgend te werken.
De integrale professional
Het realiseren van integrale oplossingen vraagt veel van professionals in het sociaal domein. Ze moeten intern en extern met elkaar samenwerken, terwijl dit niet van nature wordt gefaciliteerd. Het is een voorwaarde dat professionals hun activiteiten met elkaar verbinden. Daarvoor is het nodig en gewenst dat professionals elkaar kennen en bekend zijn met elkaars werkwijze en mogelijkheden. Oftewel, een proces van versterking en verbinding. Dit alles vraagt nogal wat van een professional. Niet iedere professional weet, ziet en voelt dat vanbinnen. En wie het wel doet krijgt misschien niet altijd de ruimte om het hogere doel bovenaan te plaatsen. Tips om de integrale competenties te versterken:
Verwerken van persoonsgegevens
Uitdagingen op een heel ander niveau liggen in het verwerken van persoonsgegevens. Gemeenten mogen op basis van hun wettelijke taken persoonsgegevens verwerken binnen de kaders van één wet, zoals de Wmo. Dit is zelfs noodzakelijk voor een goede uitvoering van deze wet. Echter, bij integrale samenwerking wordt informatie binnen verschillende domeinen en instanties gedeeld. De huidige wetgeving staat dit niet zomaar toe, ook al zou dit de kwaliteit van de hulpverlening ten goede kunnen komen. Het is daarom noodzakelijk om aan de inwoner toestemming te vragen voor het delen van informatie met verschillende betrokkenen. Dit kan ertoe leiden dat organisaties huiverig zijn om informatie met elkaar te delen waardoor integrale samenwerking moeilijk van de grond komt. Ook dit is op landelijk niveau gesignaleerd. Momenteel wordt er aan een wetswijziging gewerkt om het delen van informatie tussen hulpverlenende instanties en gemeenten makkelijker te maken wat leidt tot een obstakel minder in het integraal samenwerken.
Gelabeld budget
Een laatste knelpunt bij integrale samenwerking is dat (een deel van) het budget binnen het sociaal domein en bij zorgaanbieders een vooraf bepaalde bestemming heeft. Dit betekent dat het geld niet altijd vrij besteed kan worden aan oplossingen die vanuit een integrale aanpak bedacht worden. Bij meerdere gemeenten en instellingen lopen initiatieven met één grote pot geld (ontschot budget) om integrale samenwerking te bevorderen én beter aansluitende oplossingen voor de inwoner te kunnen realiseren. Een mooi voorbeeld hiervan is de proeftuin Ruwaard[1] in Oss.
[1] https://www.proeftuinruwaard.nl/nieuws/proeftuin-ruwaard-zet-grote-stap-met-gezamenlijk-budget