Yong
  • Home
  • Wie is Yong
    • Concept
    • Ons team
  • Opdrachtgevers
    • Projecten
    • Ervaringen
  • Professionals
    • Bij ons werken
    • Blogs
  • Leren & Ontwikkelen
    • Yong – LCGW inspiratiedag
    • Trainingen
  • Contact
  • Menu Menu

YONGleren in de praktijk

16 juli 2021/inBlog/doorYong
Door: Irma Ramackers

In antwoord op de vraag vanuit de gemeente Buren om drie startende, deels volledig onervaren consulenten te begeleiden en in te werken op de Participatiewet hebben wij een nieuw concept ontwikkeld om startende consulenten snel vertrouwd en wegwijs te maken met hun nieuwe baan.

‘In gesprek met Yong hebben we een programma ingezet waarin nieuwe collega’s de theorie middels een e-learning die ontwikkeld is door Yong kregen aangeboden. Ook hebben we wekelijks begeleiding vanuit Yong op de werkvloer ingezet om theorie in de praktijk te brengen. Naast de trainer/begeleider vanuit Yong hebben we dagelijks een ervaren collega ingezet om dit te ondersteunen en de interne processen en afspraken in het programma mee te nemen. We zijn enorm tevreden over het resultaat. We hebben in een aantal weken drie enthousiaste en volwaardige collega’s opgeleid.’

Martijn ReadtManager Sociaal Domein, Gemeente Buren
VorigeVolgende

In overleg met de gemeente hebben we gekozen voor een combinatie van zelfstudie via een interactieve e-learning omgeving en praktische ondersteuning op de werkplek. In een periode van 8 weken hebben consulenten een gedegen theoretische basis voor de uitvoeringspraktijk verkregen. In coronatijd met beperkte aanwezigheid van directe collega’s op de werkvloer bleek dit een prettige en passende manier van werken om de nieuwkomers op de werkvloer in korte tijd vertrouwd te maken met de werkzaamheden van een consulent werk en inkomen.

‘Als nieuwe consulent zonder werkervaring in dit werkveld was het erg fijn dat met het traject van Yong het leren van de theorie met het leren in de praktijk gekoppeld werd. Ik vond het prettig dat de theorie wekelijks opgebouwd werd en dat de training over het algemeen kort en krachtig was.’

Deelnemer TrainingGemeente Buren
VorigeVolgende

‘Combinatie van theorie en praktijk maakt dat je doelgericht leert. Je leert de dingen die direct van belang zijn voor het uitvoeren van het werk. Het volgen van de wekelijkse modules zorgt ervoor dat de theorie gespreid wordt uitgelegd.’

Deelnemer TrainingGemeente Buren
VorigeVolgende

Voor Yong en voor de gemeente Buren was dit een nieuwe aanpak, die wij uiteraard geëvalueerd hebben met de opdrachtgever en met de cursisten zelf. De reacties waren zeer positief te noemen. De e-learning omgeving gaf een goede theoretische basis. De begeleiding op de werkplek is als zeer waardevol ervaren. Betekent dit dat er geen verbeterpunten waren?  Natuurlijk waren die er. Zo geven de consulenten aan dat het prettiger zou zijn dat de eerste twee weken, de begeleiding dagelijks aanwezig is. Vragen kunnen dan sneller worden opgepakt en de begeleider krijgt een beter beeld van de ontwikkelbehoefte en leervragen van de consulent. De opdrachtgever is tevreden. De drie consulenten zijn blij met de combinatie van theorie en praktijk en de gemeente Buren is blij met drie enthousiaste nieuwe medewerkers, die in deze coronatijd toch goed ingewerkt konden worden in de materie.

‘De begeleiding heb ik als zeer prettig ervaren. Ik vond het heel fijn dat ik iedere woensdag met je mocht sparren en vragen aan je kon stellen. Je hebt met een paar gespreken meegekeken en je feedback was heel nuttig. Mocht je in de toekomst vaker startende consulenten willen begeleiden, dan raad ik je aan om de consulenten minimaal 2 weken eerst fulltime te begeleiden (5 dagen in de week in plaats van 1 keer in de week). De vragen die ik had heb ik aan je kunnen stellen, maar ik had het heel fijn gevonden als je twee weken lang ons fulltime had begeleidt. Vooral consulenten die nooit bij een gemeente hebben gewerkt hebben hier behoefte aan denk ik. Na een actieve begeleiding van twee weken kan je er dan voor kiezen om ze zes weken lang één keer in de week te begeleiden. Kortom, heel fijn dat we de eerste 8 weken gebruik mochten maken van jouw kennis en ervaring.’

Deelnemer TrainingGemeente Buren
VorigeVolgende

Mocht je meer willen weten over de mogelijkheden van onze e-learning en onze begeleiding op maat, bezoek dan onze website www.yong.nl/trainingen of neem contact met ons op via info@yong.nl.

Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Evaluatie en speculatie steunmaatregelen

2 juni 2021/inBlog/doorYong


Door: Maaike Ariaans, Lisa Vermeulen en Evy Reinders

Gemeenten zijn nu ruim een jaar bezig met de uitvoering van de TOZO en sinds kort ook de TONK. Contactberoepen mogen weer (aangepast) uitgeoefend worden, steeds meer scholieren mogen (vaker) naar school en de horeca mag voorzichtig haar terrassen weer openen.  Na ruim een jaar TOZO en een aantal maanden TONK evalueert Yong deze twee door de gemeente uitgevoerde corona steunmaatregelen . Hoe is de uitvoering van de TOZO en TONK (tot nu toe) verlopen?



TOZO

De TOZO kan bestaan uit een uitkering levensonderhoud en/of een lening bedrijfskapitaal. Het betreft een noodregeling die door de overheid in kort tijdsbestek is ontworpen met als doel om ondernemers die minder (of geen) inkomsten genereerden vanwege de coronacrisis te ondersteunen.

Toen ondernemers hun jaaropgaven van de gemeenten ontvingen bleek dat de communicatie over de belastingheffing van TOZO 1 niet duidelijk te zijn geweest. Ondernemers werden onaangenaam verrast door de jaaropgaven die zij ontvingen van de gemeenten. Daarop zagen zij namelijk dat de helft van de TOZO uitkering aan de partner toebedeeld werd. Dit zorgde voor verwarring, omdat er bij TOZO 1 geen sprake was van een partnertoets.  Wel is het zo dat de Tozo uitkering door beiden partners aangevraagd (en ondertekend) moest worden. Voor vele echtparen kwam de jaaropgave echter als een verrassing, en viel de belastingaanslag hoger uit dan verwacht.

Door de invoering van de partnertoets was dit probleem bij TOZO 2, 3 en 4 van de baan. Maar een nieuw probleem stak de kop op; bij de controle van de TOZO regeling blijkt de TOZO uitkering vaak terugbetaald moet worden. Reden hiervoor is dat bepaalde binnengekomen bedragen – denk bijvoorbeeld aan uitkeringen (van partners) – niet als inkomen op zijn gegeven, terwijl dit wel had gemoeten. Mogelijke verklaring hiervoor is dat de doelgroep van de Tozo relatief minder ervaring heeft met (het aanvragen van) bijstandsregelingen en niet wist dat zij dit op moesten geven. Het komt voor Tozo-aanvragers dan ook vaak onverwacht dat er achteraf geld teruggevorderd wordt.

Uit bovenstaande voorbeelden is een rode draad te herleiden: voor TOZO-aanvragers lijkt de Tozo mooier gepresenteerd dan deze regeling daadwerkelijk uitvalt. En niet alleen de TOZO-aanvragers zelf zijn kritisch. Ook Tweede Kamerleden zijn kritisch over de TOZO, zoals bijvoorbeeld te lezen is in vragen van de Kamerleden Paul Smeulders (Groenlinks) [1] en Steven van Weyenberg (D66)[2].


TONK

Parallel aan de TOZO loopt sinds maart 2021 de TONK.  In tegenstelling tot de TOZO is de TONK niet alleen bedoeld voor ondernemers, maar voor iedereen die financieel getroffen is door de coronacrisis. Gemeenten hebben wat betreft het inrichten van de TONK regeling beleidsvrijheid. Dit brengt ons bij het belangrijkste argument van critici: de hoogte van de TONK uitkering kan behoorlijk verschillen tussen verschillende gemeenten. Voor de aanvragers is dit verschil moeilijk uit te leggen, want waarom is de TONK regeling voordeliger in gemeente A dan in gemeente B? En waarom komen aanvragers wel in aanmerking bij gemeente C maar niet bij hun eigen gemeente?

Daarnaast is ook deze regeling gecommuniceerd als een reddende noodregeling voor de vele inwoners die financieel getroffen zijn door de coronacrisis. Veel gemeenten hadden zich dan ook voorbereid op een hoos aan aanvragen.  Landelijke cijfers laten zien dat deze is uitgebleven. Het vermoeden bestaat dat mogelijke aanvragers bang zijn om geld terug te moeten betalen, net zoals bij de TOZO. Ook de berichtgeving over de boodschappen- en toeslagenaffaire speelt hierbij vermoedelijk een rol.



Van steun naar herstel

En de toekomst dan? Hoewel er nu versoepelingen zijn voor de ondernemers, kunnen zij nog niet zomaar hun hoofd boven water houden. Op 27 mei heeft het kabinet dan ook aangekondigd[3] de steunmaatregelen te verlengen in het derde kwartaal van 2021. Maar: wanneer is het tijd om over te gaan van steunbeleid op herstelbeleid? Directeur van het Centraal Planbureau (CPB), Pieter Hasekamp, is van mening dat er zo snel mogelijk overgegaan moet worden op herstelbeleid[4]. Dit komt ook in het  briefadvies[5] over herstelbeleid van het CPB naar voren. Met de aankondiging dat de steunmaatregelen nog drie maanden verlengd worden, lijkt het herstelbeleid echter nog even op zich te laten wachten. Het kabinet heeft hierbij echter wel aangegeven in het vierde kwartaal van plan te zijn af te bouwen. Zal dit ook echt gaan gebeuren? Daar kan op dit moment niemand zekerheid over geven, maar wij voorspellen voorzichtig van wel. Tenminste, als het kabinet de lijn van versoepelingen doorzet.

Wat we wél zeker weten is dat dit een interessante tijd is om in het Sociaal Domein te werken.



[1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2021Z03982&did=2021D08715

[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2021Z06991&did=2021D15635

[3] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/05/27/kamerbrief-over-steun–en-herstelpakket-in-het-derde-kwartaal-van-2021

[4] https://www.cpb.nl/column-de-steun-moet-een-keer-stoppen

[5] https://www.cpb.nl/briefadvies-planbureaus-voor-herstelbeleid-een-doorstart-van-de-samenleving



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Yong bestaat 5 jaar; boeiuhhhh

1 april 2021/inBlog/doorYong


Door: Heleen Vermeulen en Irma Ramackers

Getallen hebben blijkbaar betekenis al hebben we ze zelf verzonnen, net als maanden en net als jaren. Er zijn heel veel gewone momenten in het leven en ook in je werk. Dan doe je wat de bedoeling is en wat je van plan was. En er zijn ook bijzondere momenten en mijlpalen. En sommige mijlpalen hebben te maken met een combinatie van tijd en een getal: 18 jaar worden, 25 jaar een stel zijn, the good old ambtsjubilea (wie kent ze nog) en ….. het eerste lustrum van een bedrijf.

Ons bedrijf in dit geval. Yong BV bestaat 5 jaar. Natuurlijk willen we daar aandacht aan besteden van 2 naar 20 medewerkers, een fantastische groep jonge mensen en een ontzettende leuke manier om ons ‘dagelijks brood’ te verdienen.

Maar wie boeit het?. Ik word altijd zo kriegel van die ‘gratis maar niet minder goedkope’ reclame die je op dit soort momenten van je collegabedrijven krijgt opgestuurd. Herkent u de volgende teksten? Al dan niet uit die superinspirerende accountgesprekken met onze concullega’s:




Ons bureau is geen platte detacheerder;
Wij willen u graag adviseren, wij hangen er als het ware boven (de beroemde helikopterview niet te verwarren met het kikkerperspectief);
Bij ons staat u als klant centraal;
Wij matchen degene die bij uw bedrijf en juist deze klus past (echt niet de persoon die net op de bank zit hoor, maak u vooral geen zorgen);
Onze mensen zijn goed opgeleid;
….. en dat onderscheidt ons dus van de andere bureaus
Of ……. leidt dat tot een kleurloze eenheidsworst dat bijzonder zijn? Zegt u het maar.



Had ik bijna boven het stukje getypt: Het najagen van een droom; Yong 5 jaar. ‘Belendende percelen nathouden’ zou Youp van ’t Hek zeggen. Dus voor nu: Yong BV bestaat 5 jaar. Laat het u niet afleiden van uw bezigheden, maar toch bedankt voor uw tijd.



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Man-zijn in het sociaal domein – Rationeel denkende IT-Helpdesk medewerker of een collega als elk ander?

2 maart 2021/inBlog/doorYong


Door: Sam Mulder, Luc Parie en Harm Luursema

Voor ons als jonge professionals was het al snel duidelijk: in het sociaal domein werken meer vrouwen dan mannen. Dit werd ons duidelijk door de verhoudingen binnen de teams van de verschillende gemeente waar wij gewerkt hebben. Het is ook terug te zien in de cijfers van het CBS: meer dan 84% van de werknemers in de branche zorg en welzijn is vrouw. [1] Maar waar heeft dat mee te maken? En welke invloed heeft dat op je werkzaamheden? En wat vinden we daar eigenlijk van? In dit blog geven we een aanzet voor een gesprek over de man-vrouw verhoudingen.

Verklarende factoren

Waar komt deze man-vrouw verhouding vandaan? Het is in ieder geval duidelijk dat deze man-vrouw verdeling al te zien in het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat slechts één op de vijf studenten binnen de domeinen gezondheid en welzijn man is.[2] Maar binnen het sociaal werk zie je in de domeinen participatie, financiën, ICT en juridische zaken wel weer meer mannen. Daar tegenover staat dat je meer vrouwen tegenkomt naarmate je meer te maken hebt met sociale complexiteit. Mogelijk heeft dat ook te maken met hoe de wetten in het sociaal domein werken. De Participatiewet draait vaak alleen om de inkomenssituatie waarbij je relatief veel eisen kunt stellen. Bij de uitvoering van de Jeugdwet en Wmo is dit anders, daar moet je veel meer samenwerken. Niet alleen met de inwoner, maar ook met alle mensen om die persoon heen. In beide wetten kun je dingen eisen van inwoners, maar in de beeldvorming is de Participatiewet toch een stuk ‘strenger’ dan de Wmo of de Jeugdwet. Dat heeft ook invloed op de baankeuze van mensen: je kiest een baan waarin je je thuis voelt.

Stereotypering

Soms heeft het man-zijn in een vrouwenomgeving praktische gevolgen. Als een man bij jeugd werkt wordt hij al snel aangekeken wanneer de computer niet mee werkt, maar wordt hij (gek genoeg) minder snel betrokken bij gesprekken over kinderen krijgen. Maar ook bij onderwerpen als sollicitaties heeft het man-zijn invloed. Soms lijkt het erop alsof je een baan krijgt omdat je man bent. Verwacht een werkgever dan ook dat je de standaard mannelijke eigenschappen meebrengt (denk aan rationaliteit, pragmatisme, redeneren)? We hebben meegemaakt dat een plan van een mannelijke collega eerder gehoord werd dan hetzelfde plan maar dan gepresenteerd door een vrouwelijke collega. Ook in klantcontact kunnen inwoners zich tegen mannen soms anders opstellen als tegen vrouwen. Als een vrouw haar grenzen aangeeft dan is ze een ‘bitch’, maar als een man dat doet is er ineens geen probleem en is het fijn dat hij duidelijk is. Er zijn dus diverse voorbeelden te noemen waarbij het man-zijn effect heeft op de werkvloer. Maar zijn mannen altijd ICT deskundigen? Zijn mannen altijd rationeel? Zijn plannen van een man beter dan die van een vrouw? En is een duidelijke vrouw echt zo vervelend?

Concluderend

Om een antwoord te geven op bovenstaande vragen: nee, wij denken van niet. In al onze voorbeelden is er sprake van een stereotypering in de man-vrouw verhouding. Veel vaker spelen persoonskenmerken een rol dan je geslacht. Er zijn immers ook vrouwelijke ICT-ers, gevoelige mannen, rationele vrouwen, etc. Je karakter en interesses zouden dus een grotere rol moeten spelen dan je geslacht. Ons pleidooi: wees bewust van je vooroordelen en kijk daar voorbij. We zijn ook benieuwd naar jullie ervaringen op dit gebied, geef gerust een reactie.

[1] https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2020/arbeidsmarktprofiel-van-zorg-en-welzijn/3-kenmerken-branches-zorg-en-welzijn

[2] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/11/een-op-vijf-leerlingen-gezondheid-of-welzijn-is-man



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Waarom is integraal werken zo moeilijk in het sociaal domein?

26 januari 2021/inBlog/doorYong


Door: Esmee de With, Maaike van Kalmthout en Linde van Triest

Integraal werken is inmiddels niet meer weg te denken uit het sociaal domein: binnen de wijkteams ontkom je er niet meer aan, beleidsplannen stromen over van de integraliteit en ieder nieuw project dat gestart wordt moet een integraal karakter hebben. De visie is heel logisch: het oplossen van problemen wordt effectiever als je ze gezamenlijk en in afstemming aanpakt. In de praktijk doen gemeenten ontzettend hun best om dit te bewerkstelligen maar lopen daarbij tegen obstakels aan. Waarom is een visie die zo logisch is toch zo moeilijk uitvoerbaar? En hoe zorgen gemeenten er toch voor dat het integrale werken slaagt? Daar geven we je in deze blog antwoord op.

Wetgevingsparadigma’s
Met de nodige haast is in 2015 de decentralisatie doorgevoerd, waaruit het sociaal domein is geboren. Gemeenten kregen drie wetten aangereikt, ieder ontworpen door verschillende wettenmakers met een ander denkkader om de werkelijkheid te benaderen (het wetgevingsparadigma). Aan de gemeenten de schone taak om deze drie wetten in praktijk te brengen onder één noemer, het sociaal domein. Gelukkig is het de landelijke politiek inmiddels ook duidelijk dat deze drie wetten elkaar regelmatig in de weg zitten. Daarom wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel voor meervoudige problematiek in het sociaal domein zodat het makkelijker wordt om overstijgend te werken.

De integrale professional
Het realiseren van integrale oplossingen vraagt veel van professionals in het sociaal domein. Ze moeten intern en extern met elkaar samenwerken, terwijl dit niet van nature wordt gefaciliteerd. Het is een voorwaarde dat professionals hun activiteiten met elkaar verbinden. Daarvoor is het nodig en gewenst dat professionals elkaar kennen en bekend zijn met elkaars werkwijze en mogelijkheden. Oftewel, een proces van versterking en verbinding. Dit alles vraagt nogal wat van een professional. Niet iedere professional weet, ziet en voelt dat vanbinnen. En wie het wel doet krijgt misschien niet altijd de ruimte om het hogere doel bovenaan te plaatsen. Tips om de integrale competenties te versterken:


  • Breng een vertrouwensrelatie tot stand

  • Signaleer en agendeer zaken die je ziet

  • Ondersteun cliënten bij voeren eigen regie

  • Switch van extrinsiek naar intrinsieke motivatie

  • Werk constructief en gestructureerd naar het gewenste doel (maatwerk)


Verwerken van persoonsgegevens
Uitdagingen op een heel ander niveau liggen in het verwerken van persoonsgegevens. Gemeenten mogen op basis van hun wettelijke taken persoonsgegevens verwerken binnen de kaders van één wet, zoals de Wmo. Dit is zelfs noodzakelijk voor een goede uitvoering van deze wet. Echter, bij integrale samenwerking wordt informatie binnen verschillende domeinen en instanties gedeeld. De huidige wetgeving staat dit niet zomaar toe, ook al zou dit de kwaliteit van de hulpverlening ten goede kunnen komen. Het is daarom noodzakelijk om aan de inwoner toestemming te vragen voor het delen van informatie met verschillende betrokkenen. Dit kan ertoe leiden dat organisaties huiverig zijn om informatie met elkaar te delen waardoor integrale samenwerking moeilijk van de grond komt. Ook dit is op landelijk niveau gesignaleerd. Momenteel wordt er aan een wetswijziging gewerkt om het delen van informatie tussen hulpverlenende instanties en gemeenten makkelijker te maken wat leidt tot een obstakel minder in het integraal samenwerken.

Gelabeld budget
Een laatste knelpunt bij integrale samenwerking is dat (een deel van) het budget binnen het sociaal domein en bij zorgaanbieders een vooraf bepaalde bestemming heeft. Dit betekent dat het geld niet altijd vrij besteed kan worden aan oplossingen die vanuit een integrale aanpak bedacht worden. Bij meerdere gemeenten en instellingen lopen initiatieven met één grote pot geld (ontschot budget) om integrale samenwerking te bevorderen én beter aansluitende oplossingen voor de inwoner te kunnen realiseren. Een mooi voorbeeld hiervan is de proeftuin Ruwaard[1] in Oss.

[1] https://www.proeftuinruwaard.nl/nieuws/proeftuin-ruwaard-zet-grote-stap-met-gezamenlijk-budget



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

It’s (not) gonna be lonely this Christmas

18 december 2020/inBlog/doorYong


Door: Jacintha Schuurman, Jurre van der Velden en Alemke van Baren

Sinds maart houdt Corona ons in de greep. We zijn gewend geraakt aan begrippen als anderhalvemetersamenleving (zelfs bekroond tot woord van het jaar 2020 door de Dikke van Dale!), reproductiegetal en testcapaciteit. Waar wij nog niet aan gewend zijn is het afspreken met je halve vriendengroep in plaats van de hele, in quarantaine zitten en je collega’s alleen nog via de laptop zien. Klein menselijk leed vergeleken met de IC’s of je baan verliezen uiteraard, maar toch vragen we vandaag even aandacht voor ons psychisch welbevinden.

In deze periode wordt veel onderzoek gedaan naar de invloed van het coronavirus op onze psychische gesteldheid. Een peiling van de GGD Noord- en Oost-Gelderland van november liet zien dat de psychische ongezondheid bij jongeren (18-27 jaar) sinds de komst van het virus is toegenomen. We kampen met gevoelens van angst, stress, verveling en eenzaamheid. Ook missen we het afspreken met vrienden en familie en simpelweg uitgaan.

Maar liefst 69% van de jongeren (18-24 jaar) geeft aan dat zij zich eenzamer voelen dan voor de komst van het coronavirus, tegenover 35% van de ondervraagden van 25 jaar en ouder. Dat veroorzaakt in bepaalde gevallen gevoelens van stress, onmacht en soms zelfs van depressie. Dit  blijkt uit onderzoek van begin november door I&O Research.

Het SCP maakt ook een belangrijk onderscheid tussen sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Op het gebied van sociale eenzaamheid lijken we ons nog aardig te redden, we organiseren online van alles, sturen een kaartje of doen een boodschap voor de buurvrouw. Op het gebied van emotionele eenzaamheid ligt dit anders. Het missen van echte verbinding en een hechte band met iemand is sterk gestegen in 2020. Alleenstaanden geven dan ook ruim twee keer zo vaak aan zich eenzaam te voelen dan mensen die samenwonen.

Maar goed, nu hebben we alle cijfers op een rij, en daar worden we nu ook niet echt vrolijker van. Wat kunnen we doen om te zorgen dat ook eenzaamheid afneemt tijdens deze  lockdown-kerst? Het ministerie heeft de actie één tegen eenzaamheid gelanceerd. Hier vind je heel veel initiatieven om iets te doen. Dus handjes uit de mouwen! We hebben de leukste hieronder alvast op een rij gezet:


  • Het Oranjefonds heeft om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan de Zilverlijn geopend. Met de Zilverlijn kun je via Facetime of een telefoontje een praatje maken met eenzame ouderen. Een goed gesprek of luisterend oor; iedereen is welkom!

  • Sluit je aan bij de Corona helpers: Alle kleine beetjes helpen! In de eerste golf zijn al ruim 30.000 vrijwilligers jou voorgegaan, in deze golf kan ook jij iemand helpen. Bijvoorbeeld door boodschappen te doen voor iemand die dat zelf niet kan of durft, de hond uitlaten of een voedselpakket ophalen. Zo kom je ook zelf weer even buiten, én help je iemand uit de brand. Ook met de NextDoor Helpkaart kun je makkelijk mensen in jouw buurt een handje helpen.

  • Het Rode Kruis heeft een handig online platform Ready2Help waarop je je kan aanmelden voor een hoop verschillende activiteiten. Kijk snel online of er iets voor jou bij zit.

  • Het Rode Kruis heeft een handig online platform Ready2Help waarop je je kan aanmelden voor een hoop verschillende activiteiten. Kijk snel online of er iets voor jou bij zit.


Heb je zelf een leuk initiatief bedacht? Dan kan je deze insturen. Laat ons weten wat jouw initiatief is!



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Wat zijn de effecten van het abonnementstarief in de Wmo voor gemeenten?

27 oktober 2020/inBlog/doorYong


Door: Marloes van Hattem, Vonne Claessens, Felix van den Belt & Nienke Dalinghaus

Per 1 januari 2019 is het abonnementstarief vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht. Dit houdt in dat inwoners die gebruikmaken van een Wmo maatwerk- of algemene voorziening, een eigen bijdrage moeten betalen. Het inkomen of vermogen heeft hier geen invloed op. Het CAK int dit abonnementstarief voor gemeenten.
Wat zijn de gevolgen van deze invoering? In deze blog zoomen we in op de effecten van de invoering van dit abonnementstarief voor gemeenten én inwoners.

Wat is er veranderd?

Vóór 2019 betaalden inwoners een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor voorzieningen vanuit de Wmo. Dat kon bij gebruik van meerdere voorzieningen oplopen tot een fors bedrag. Wie meer inkomen had, betaalde ook meer. Vanaf 2019 is het abonnementstarief ingevoerd: inwoners betaalden per vier weken een eigen bijdrage van € 17,50,-. Vanaf 2020 betaalt iedere inwoner per maand € 19,-, onafhankelijk van inkomen, vermogen of het gebruik van meerdere voorzieningen.

De achterliggende gedachte van de verandering

De reden voor de invoering van het abonnementstarief is dat de overheid iets wil doen aan de stapeling van kosten. Ouderen, gehandicapten en chronisch zieken kregen vóór 2019 vaak te maken met hoge kosten en een wirwar aan regels. Denk hierbij aan het eigen risico in de zorg en de eigen bijdrage voor de Wmo. Daarnaast wil de overheid met de invoering van het abonnementstarief voorkomen dat mensen zorg gaan mijden door te hoog oplopende kosten.

Wat zijn de effecten?

Met de invoering van het abonnementstarief vrezen gemeenten voor een aanzuigende werking op Wmo voorzieningen en een stijging van de kosten. De Monitor abonnementstarief moet de effecten hiervan in de gaten houden en inzichtelijk maken wanneer bijsturing nodig is. In oktober 2020 is een rapportage gepubliceerd met de effecten van de invoering in 2019.

Een aantal opvallende bevindingen die naar voren komen uit de Monitor:



Toename aantal meldingen en Wmo voorzieningen

Sinds de invoering van het abonnementstarief is er bij meerdere gemeenten sprake van een toename in het aantal Wmo meldingen en aanvragen. Dit zorgt voor een hogere werkdruk.
De toename is in lijn met de stijging die in de afgelopen jaren reeds plaatsvond. Echter is de stijging van het aantal toegekende Wmo voorzieningen sinds de invoering van het abonnementstarief nog verder gestegen: waar er in 2018 (t.o.v. 2017) een stijging was van 4% van het totaal aantal toegekende Wmo voorzieningen, is deze stijging in 2019 (t.o.v. 2018) verder opgelopen tot 6%. De sterkste toename van Wmo aanvragen is te zien bij hulp bij het huishouden. Waar hier in de periode van 2017 tot 2018 nog een daling in het aantal aanvragen plaatsvond, was er in 2019 (t.o.v. 2018) een stijging te zien van 12%.



Er zijn relatief gezien meer Wmo voorzieningen verstrekt aan mensen met een hoger (huishoud)inkomen

Sinds de invoering van het abonnementstarief doen midden- en hogere inkomensklassen vaker beroep op de Wmo dan voorheen. Ook hier is voornamelijk een stijging te zien in het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp. In absolute zin is de toename in het gebruik van Wmo-voorzieningen voornamelijk toegenomen bij de middeninkomens; de groep gebruikers met de hoogste inkomens blijft – absoluut gezien – een kleine groep.
De toename onder midden- en hogere inkomensklassen zou verklaard kunnen worden doordat de eigen bijdrage voor deze inkomensklassen lager is dan de voorheen inkomensafhankelijke bijdrage of de kosten van een particuliere hulp of voorziening. Een Wmo voorziening is daardoor financieel aantrekkelijker geworden.



Uitgaven aan Wmo voorzieningen zijn gestegen

De gemeentelijke inkomsten uit eigen bijdragen zijn in 2019 voor de helft gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Tegelijkertijd zijn de uitgaven aan Wmo voorzieningen gestegen met 10% ten opzichte van 2018. Het verschil tussen inkomsten uit eigen bijdragen en uitgaven is hierdoor groter geworden. Gemeenten geven de invoering van het abonnementstarief en daarmee de stijging van het aantal aanvragen aan als grootste verklaring.



Het abonnementstarief staat haaks op de eigen kracht van inwoners en hun netwerk

Bij de beoordeling van een Wmo vraag speelt onderzoek naar de eigen kracht en netwerk een belangrijke rol. Volgens gemeenten staat de invoering van het abonnementstarief hier haaks op. Doordat de hoogte van de eigen bijdrage voor een deel van de inwoners lager is, merken gemeenten dat de drijfveer om een beroep te doen op de eigen kracht en netwerk steeds kleiner en het aanvragen van een Wmo voorziening groter.



Tot zover zijn de effecten van het abonnementstarief slechts tot en met 2019 onderzocht. Op dit moment kunnen we nog geen conclusies trekken over de effecten van het abonnementstarief in 2020. De resultaten worden de komende jaren gemonitord om de effecten van het abonnementstarief in de gaten te houden.



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Nieuwe Wet Inburgering: wat verandert er voor gemeenten?

5 oktober 2020/inBlog/doorYong


Door: Lisa Vermeulen, Maaike Ariaans & Juul van der Velde

Per 1 juli 2021 gaat de nieuwe Wet Inburgering van kracht. Vanaf dit moment verschuift de verantwoordelijkheid voor het regelen van inburgering van vluchteling naar gemeenten. Wij zetten de belangrijkste veranderingen voor gemeenten op een rij.



Uitvoeren brede intake

Het wordt de taak van de gemeente om een brede intake af te nemen bij elke inburgeringsplichtige nieuwkomer. De gemeenten moeten de brede intake zelf inrichten. Het heeft de voorkeur dat de intake al start in het AZC. Via deze intake wordt er een compleet beeld van de vluchteling gevormd wat zorgt voor een snellere integratie.



Plan Inburgering en Participatie (PIP) maken

Nadat de brede intake is afgenomen, dient de vluchteling een leerbaarheidstoets te maken. Daarna stelt de gemeente een Plan Inburgering en Participatie (PIP) op met de vluchteling. Hierin worden verschillende zaken afgesproken zoals de te volgen leerroute, de lesdagen en prestatieafspraken. In dit laatste wordt afgesproken hoeveel uur de vluchteling aan (vrijwilligers)werk dient te besteden.



Inkopen leerroutes

Om de inburgering zo soepel mogelijk te laten verlopen, zijn drie verschillende leerroutes ontwikkeld. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop van deze leerroutes.

  • B1-Route: De taaleis wordt verhoogd van niveau A2 naar B1. Inburgering wordt gecombineerd met (vrijwilligers)werk. Dit zal de meest genomen route worden.
  • Z-Route: Voor inburgeraars waarin is vastgesteld dat zij een lage leerbaarheid hebben is de zelfredzaamheidsroute (Z-Route) ontwikkeld. Deze leerroute duurt 2 jaar en heeft als doel zelfstandig mee kunnen draaien in de samenleving.
  • Onderwijsroute: Een route voor jongeren tot 28 jaar. De leerroute duurt 2 jaar en is te vergelijken met een voltijd studie. De inburgeraars volgen noodzakelijke vakken en studeren af op taalniveau B1.


Financieel ontzorgen vluchtelingen

Om te voorkomen dat de vluchtelingen in financiële problemen raken, dienen de gemeenten hen enige tijd financieel te ontzorgen. Gemeenten betalen vanuit een uitkering de eerste zes maanden de huur, premie voor de zorgverzekering en de energielasten voor de vluchteling. In sommige gevallen kan de gemeente ervoor kiezen deze periode te verlengen.



Het bieden van maatschappelijke begeleiding

Gemeenten worden verantwoordelijk voor de begeleiding van de vluchteling. Zij voeren voortgangsgesprekken met de vluchteling maar monitoren ook hun aanwezigheid. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang van hun inburgering en voor een aanbod voor de Module Arbeidsparticipatie (MAP).



Kortom, per 1 juli 2021 is de gemeente verantwoordelijk voor het inburgeringstraject van vluchtelingen.  Het doel van het verschuiven van de verantwoordelijkheid is om vluchtelingen zelfredzamer te laten worden en ervoor te zorgen dat vluchtelingen kunnen participeren in de samenleving en er onderdeel van worden.



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Help! Ik ga op vakantie!

14 augustus 2020/inBlog, Zomerblogs/doorYong


Door: Vonne Claessens en Nienke Dalinghaus


8 tips om relaxed op vakantie te gaan

en daarna weer uitgerust aan de slag te gaan op het werk

We zitten middenin de vakantieperiode. Al je collega’s zijn op vakantie en nu is het dan eindelijk zo ver: ook jij mag op vakantie! Wekenlang heb je ernaar uitgekeken, maar in de laatste week merk je dat je nog ZO. VEEL. MOET. DOEN. Je doet nog een poging om alles netjes af te ronden, maar de stress zit je inmiddels zo hoog dat je die vakantie ook écht nodig hebt.
Herkenbaar? Dan hebben we goed nieuws: dit jaar is dat verleden tijd!

Met deze tips ga je met een gerust hart op vakantie

  • Tip 1: Geef duidelijk aan wanneer je op vakantie bent en breng iedereen op tijd op de hoogte

    Zorg ervoor dat al je collega’s op tijd op de hoogte zijn van je vakantie: geef een aantal weken van tevoren aan wanneer je gaat en herhaal dit voor de zekerheid nog een keer kort voordat je met vakantie gaat. Denk niet alleen aan je directe collega’s, maar breng ook collega’s van andere gemeenten, organisaties en inwoners op de hoogte.

  • Tip 2: Draag belangrijke zaken over aan collega’s

    Draag zaken over die tijdens je vakantie doorlopen. Zo kunnen collega’s bepaalde zaken oppakken wanneer jij lekker met je verkoelende drankje aan het strand zit. Geef ook aan wanneer je een taak niet afkrijgt zodat collega’s weten dat dit pas weer na jouw vakantie wordt opgepakt.

  • Tip 3: Maak een lijst met alle dringende zaken die voor je vakantie af moeten

    Niks is vervelender dan tijdens je vakantie te bedenken dat je vergeten bent om die ene belangrijke taak af te ronden. Maak daarom in de weken voor je vakantie een takenlijst met alle dringende zaken die echt af moeten. De taken die geen prioriteit hebben zet je op een to-do-lijst voor als je terug bent.

  • Tip 4: Blok tijd in je agenda voor én na je vakantie

    Als je niet oplet zijn collega’s al snel de baas over je agenda. Blok daarom tijd in je agenda voor én na je vakantie. Zo heb je tijd om de laatste zaken af te ronden en tijd om alle mails en gemiste informatie rustig te kunnen verwerken. Blokkeer liever te veel dan te weinig tijd. ​


….En dan kom je terug van vakantie. Je hebt je voorgenomen om deze keer dat vakantiegevoel echt zo lang mogelijk vast te houden, maar ineens zie je 128 ongelezen mails, 16 nieuwe afspraken en een groeiende to do list. Hoe ga je dan in hemelsnaam weer vol goede moed aan de slag?

Met deze tips zorg je voor een relaxte terugkomst na je vakantie

  • Tip 1: Check altijd eerst je agenda

     Als het goed is heb je voordat je op vakantie ging ruimte vrij gepland om je mail bij te lezen en weer een beetje in het werk te komen. Maar, er zijn natuurlijk altijd collega’s die zo blij zijn dat je weer terug bent dat zij je agenda alweer lekker hebben volgepland. Check dus altijd even of er belangrijke afspraken zijn ingepland. Heeft de afspraak geen haast? Verschuif deze dan naar een later moment wanneer je meer tijd hebt.

  • Tip 2: Praat bij met collega’s

     Natuurlijk wil je met je collega’s bijpraten over je vakantie! Tevens is het een ideale manier om snel op de hoogte te raken van dingen die je gemist hebt. Vraag of je de informatie uit mails goed hebt geïnterpreteerd en check of zich nog belangrijke gebeurtenissen hebben afgespeeld terwijl jij weg was.

  • Tip 3: Luistermodus

    Als je dan toch aan het bijpraten bent met je collega’s zorg dan dat je overschakelt naar de luistermodus. Zeker als je wat langer bent weggeweest heb je een heleboel gemist. Luister dus naar wat je allemaal hebt gemist terwijl je weg was en probeer niet meteen je mening te geven. De kans dat je de context hebt gemist waarin iets is gebeurd is vrij groot.

  • Tip 4: Verwerk je mail

    En dan die mails… Bij het zien van het aantal ongelezen mails wil je vaak alweer spontaan op vakantie. Eén troost: veel problemen zijn al opgelost voordat je terug bent van vakantie! Toch is het zaak om je mail zo snel mogelijk te lezen, want een opgeruimde mailbox = een opgeruimd hoofd! Met dit schema verwerk je zo efficiënt mogelijk je mail: lees de mail (1), hang er een vervolgactie aan (2), communiceer dit naar de afzender (3).


En als dit dan allemaal toch niet genoeg is, dan is de enige oplossing: alvast een nieuwe vakantie uitzoeken! Zo kan je én nagenieten van een fijne vakantie én kan de voorpret voor een volgende bestemming alweer beginnen!

Fijne vakantie!


Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Zomerquiz: Wat voor klustype ben jij?

4 augustus 2020/inBlog, Zomerblogs/doorYong


Door: Esmee de With, Luc Parie en Alemke van Baren

Binnenkort je huis verbouwen? Je bent niet de enige. Veel Nederlanders vieren dit jaar vakantie op camping ‘De Achtertuin’ en geven hun huis een upgrade. De NOS maakte zelfs een artikel over deze renovatiewoede en dat inspireerde ons. Want wat zegt jouw manier van klussen over je karakter én in welk werk jij floreert?

Loop het schema door en kom erachter of jij op je plek zit in je huidige werk in het sociaal domein!



Uitbesteder

Als uitbestedende klusser weet je goed wat je wilt. Je hebt in je hoofd het pérfecte plaatje. Er is alleen één probleem, je hebt geen talent voor stuken of zagen. Wat je wel hebt is veel mensenkennis. Je weet precies aan welke touwtjes je moet trekken en wie je nodig hebt om die klus te klaren. Je pakt ze in met een kopje koffie hier, een schouderklopje daar. Klussen is voor jou geen vaardigheid, maar een sociale bezigheid. Dat perfecte plaatje krijg jij (of eigenlijk iedereen behalve jij) altijd voor elkaar.

Ben je een uitbestedende klusser dan pas jij perfect in de functie van teamleider of contractmanager. Je bent altijd goed op de hoogte waar de gemeente naar toe wil. Je hebt visie op hoe alles zou moeten werken en wat daarvoor nodig is. Je weet precies hoe je andere mensen in hun kracht zet en zorgt voor de juiste mensen op de juiste plek. Net als bij het klussen heb je soms tegenslagen, maar je krijgt het altijd weer voor elkaar om de dwarsliggers in het gareel te krijgen.

Planner

Een planner die een plankje moet ophangen zal niet direct de boor pakken. Nee, een planner gaat natuurlijk eerst bedenken hoe alles moet. Als je aan de slag gaat zal jij niet voor verrassingen komen te staan. Je hebt namelijk iedereen om advies gevraagd, alle tutorials bekeken en het beste van het beste materiaal in huis gehaald.  Pas wanneer je alles hebt opgemeten, afgetekend en neergelegd pak je de boor. Als het plankje eenmaal hangt dan komt dat ook niet meer van de muur.

Een plannende klusser past goed in de rol van een kwaliteitsmedewerker. Jij zorgt ervoor dat iedereen exact weet wat ze moeten doen. Mensen vragen zich soms af waar je nou de hele dag mee bezig bent en wanneer er resultaten komen, maar op de achtergrond werk jij alles tot in de puntjes uit. Jij zorgt ervoor dat dat nieuwe beleid straks goed uitgevoerd wordt en de uitvoering precies wet wat ze moeten doen. Wanneer iemand bezwaar heeft dan weet jij precies hoe je dit moet weerleggen. Net als bij het klussen duurt de aanloop soms wat lang, maar zorg jij ervoor dat het werk staat als een huis.

Dromer

Klussen begint bij de dromer met oneindig veel ideeën, aan visie geen gebrek. Je gebruikt je creatieve denkvermogen om een geweldig concept te creëren. Die nieuwe creatie moet het juiste gevoel uitstralen en passen in het grotere plaatje. Uiteraard kan dit concept altijd nóg beter, dus blijft de dromer lekker dromen. En daar zit nou juist de moeilijkheid, heel concreet worden de plannen niet snel.

In het sociaal domein zijn de dromers goed vertegenwoordigd. Je vindt ze vaak in beleidsfuncties en in regionale overleggen. Mensen met wilde plannen, prachtige visies en de ene doorontwikkeling na de ander. Het concept heb je helemaal uitgedacht, maar de implementatie is niet aan jou besteed.  Jij zou hier als dromer dus ook als een vis in het water zijn. Zorg alleen wel dat je de juiste mensen om je heen verzamelt die jou helpen om je plan wél tot een succes te maken.

Doener

Typerend voor jou als doener is dat je al in de bouwmarkt staat voordat je precies weet wat je nodig hebt. Je hebt een half idee en vogelt met vallen en opstaan uit hoe je dit het beste kan uitvoeren. De kans bestaat dat je drie keer terug moet naar de bouwmarkt. Dit klinkt misschien frustrerend, maar de doener ziet dit als experimenteren.

Doeners vind je in het sociaal domein veel in project coördinerende functies. Met een aanpakkersmentaliteit stampt de doener in korte tijd een project uit de grond. Bij de uitvoering gaat niet alles van een leien dakje, maar de projectleider is inmiddels een meester in het blussen van brandjes. De doener vindt altijd een manier om toch het doel te bereiken, al kan het zo zijn dat het doel gaandeweg een andere vorm aanneemt.



Deel dit stuk
  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Pinterest
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Tumblr
  • Delen op Vk
  • Delen op Reddit
  • Delen via e-mail

Pagina 1 van 3123

Pagina’s

  • Aanmelden inspiratiedag
  • Aanmelden ontbijt Yong-LCGW Inspiratiedag 7 oktober 2022
  • Aanmelden Yong Netwerk Courant
  • Alemke van Baren
  • Amber Cové
  • Basis sociaal domein
  • Beleid
  • Bij ons werken
  • Bij ons werken – vacature jeugdconsulent
  • Bij ons werken – vacature yong professional
  • Blogs
  • Concept
  • Contact
  • Cookiebeleid
  • Disclaimer
  • Esmee de With
  • Evy Reinders
  • Ex-Yong Professionals
  • Felix van den Belt
  • Harm Luursema
  • Heleen Vermeulen
  • Home
  • Irma Ramackers
  • Jacintha Schuurman
  • Jeugdwet
  • Josta Meijers
  • Kwaliteit
  • Leren & Ontwikkelen
  • Linde van Triest
  • Lisa Vermeulen
  • Maaike Ariaans
  • Maaike den Bakker
  • Maaike van Kalmthout
  • Management
  • Merel Oosterom
  • Nienke Dalinghaus
  • Onderzoek/Projecten
  • Online Leeromgeving Divosa
  • Online Leeromgeving gemeente Breda
  • Online Leeromgeving gemeente Lingewaard
  • Online Leeromgeving gemeente Nijmegen
  • Online Leeromgeving gemeente Overbetuwe
  • Online Leeromgeving gemeente Renkum
  • Online Leeromgeving Yong
  • Ons team
  • Ons verhaal
  • Opdrachtgevers
  • Overig
  • Participatiewet
  • Paulien Dekkinga
  • Privacyverklaring
  • Professionals
  • Projectenoverzicht
  • Sam Mulder
  • Sandrine Umuhire
  • Solliciteer bij Yong
  • Sophie Witsmeer
  • Stanley West
  • Testimonials
  • Trainingen
  • Uitvoering
  • Vonne Claessens
  • Wmo
  • Yong netwerk
  • Yong-LCGW inspiratiedag
  • Yong-LCGW Inspiratiedagen 2022 (terugblik)

Categorieën

  • Blog
  • In gesprek met een Yong professional
  • Kiescompas
  • Zomerblogs

Archief

  • juli 2021
  • juni 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • oktober 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • december 2019
  • juli 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • februari 2019
  • juli 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • Home
  • Disclaimer
  • Privacyverklaring
  • Cookiebeleid
  • Contact

Yong in de sociale media

Yong Linkedin

YONG BV

Jan Steenlaan 127
6717 TB Ede
06 - 28 08 20 50
06 - 52 46 24 48
info@yong.nl
© 2018 - Yong | Webdesign: Vindingrijck - Creatief in Media
Instant SSL
Scroll naar bovenzijde