Terugvorderen
Terugvorderen is het terughalen van een schuld bij de inwoner. Iemand kan door verschillende redenen een schuld hebben bij de gemeente, bijvoorbeeld door:
- Het herzien van het recht op bijstand waarbij er te veel uitkering is betaald.
- Het intrekken van het recht op bijstand over een periode die al uitbetaald is.
- Het ontvangen van bijstand in de vorm van een lening en de persoon houdt zich niet aan de voorwaarden voor die lening.
Bij terugvordering gaat het nog niet over het betalen. Dit behandelen we bij invorderen. Bij terugvordering wordt er gekeken op welke grond een schuld is ontstaan en of deze kan of moet worden teruggehaald. Het besluit tot terugvordering wordt een onzelfstandig besluit genoemd. Het volgt altijd op een ander besluit, bijvoorbeeld op het intrekken of wijzigen van het recht op uitkering. In de Participatiewet is artikel 58 gewijd aan terugvordering. Terugvordering is iets dat we in de praktijk regelmatig voorbij zien komen, dus een goede reden om het artikel even goed uit te pluizen. 😊
Artikel 58. Terugvordering
- Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend vordert de kosten van bijstand terug voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
De gemeente is dus verplicht om het te veel aan bijstand dat als gevolg van het schenden van de inlichtingenplicht is verstrekt terug te vorderen. Belangrijk om aan te merken is dat het een plicht van de gemeente betreft.
- Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend kan kosten van bijstand terugvorderen, voorzover de bijstand:
In dit lid worden verschillende situaties opgesomd waarin de gemeente ervoor kan kiezen om een bedrag terug te vorderen. Het is van belang om goed te kijken hoe de schuld ontstaan is om zo de juiste terugvorderingsgrond te kiezen.
- a. Anders dan in het eerste lid, ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
In dit geval is er te veel aan uitkering betaald, maar is dit niet het gevolg van het schenden van de inlichtingenplicht. Een voorbeeld is wanneer de gemeente te laat een wijziging doorvoert of dat de hoogte van de inkomsten pas na de betaling bekend zijn.
- b. In de vorm van geldlening is verleend en de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk worden nagekomen;
Wanneer de gemeente een lening aan de inwoner verstrekt, worden er afspraken gemaakt over het terugbetalen van die lening. Wanneer de inwoner zich niet houdt aan deze afspraken, kan de gemeente ervoor kiezen om de lening terug te vorderen.
- c. Voortvloeit uit gestelde borgtocht;
Het kan ook zijn dat de gemeente zelf niet de lening verstrekt, maar wel borg staat voor de betaling van die lening. Als de inwoner de betalingsverplichting naar de verstrekker van de lening niet nakomt, neemt de gemeente dit over. De betalingen die de gemeente hierbij doet, kan zij terugvorderen op degene die de lening is aangegaan.
- d. Ingevolge artikel 52 bij wijze van voorschot is verleend en nadien is vastgesteld dat geen recht op bijstand bestaat;
Bij een aanvraag voor een bijstandsuitkering kan de gemeente beslissen om een voorschot te verstrekken voordat zij de uitkering definitief toekent. Dit doet zij bijvoorbeeld wanneer de persoon in broodnood verkeerd. Bij broodnood heeft iemand niet genoeg geld om in eten en drinken te voorzien in de periode dat zijn aanvraag wordt beoordeeld.
Een voorschot wordt verstrekt zonder dat er definitief vast is gesteld of er recht op uitkering bestaat. Er is een kans dat uiteindelijk blijkt dat dit recht er toch niet is. Op dat moment kan de gemeente het voorschot terugvorderen.
- e. Anderszins onverschuldigd is betaald voorzover de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen, of
In deze situatie heeft de gemeente een fout gemaakt en is er te veel uitkering betaald. Als de inwoner had kunnen weten dat het bedrag dat hij ontving niet juist was dan mag de gemeente dit terugvorderen. Dit is van belang omdat hij dan kon weten dat dit geld terug naar de gemeente moet en hij het dus niet kan uitgeven.
- f. Anderszins onverschuldigd is betaald, waaronder begrepen dat:
- i. De belanghebbende naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand is verleend, over in aanmerking te nemen middelen als bedoeld in paragraaf 3.4 beschikt of kan beschikken;
Deze situatie kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer iemand een erfenis ontvangt. Technisch gezien ontvangt de persoon de erfenis op het moment van overlijden van de erflater. Echter is op dat moment vaak nog niet duidelijk hoeveel hij ontvangt. Daarnaast kan de erfenis komen in de vorm van (een deel van) een huis. De inwoner kan niet direct over de middelen beschikken en ermee in zijn eigen levensonderhoud voorzien. De uitkering loopt daarom door tot het moment dat dit wel het geval is. Op dat moment kan de (te veel) verstrekte uitkering worden teruggevorderd.
- f.
- ii. Bijstand is verleend met een bepaalde bestemming en naderhand door de belanghebbende vergoedingen of tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die bestemming.
Een voorbeeld hiervan is dat wanneer iemand ontslag heeft genomen en het UWV de WW-uitkering heeft geweigerd. De persoon vraagt bijstand aan en tekent bezwaar aan of gaat in beroep. Wanneer de WW alsnog wordt toegekend over de periode waarover de gemeente bijstand heeft verleend, dan wordt de te veel verstrekte bijstand teruggevorderd.
- Indien een gemeente ingevolge artikel 42, derde lid, gehouden is kosten van bijstand over een bepaalde periode aan een andere gemeente te vergoeden, geschiedt de terugvordering over die periode, voorzover zij nog niet heeft plaatsgehad, door het college van eerstgenoemde gemeente.
Soms kan er onduidelijkheid bestaan welke gemeente verantwoordelijk is voor de verstrekking van de uitkering. Een voorbeeld is wanneer iemand ingeschreven staat in de ene gemeente, maar het grootste gedeelte van de tijd verblijft in een andere. In artikel 42 PW is opgenomen hoe hiermee om te gaan. Het tweede lid van het artikel stelt dat totdat het geschil is opgelost, de gemeente waar de inwoner verblijft de uitkering verstrekt. Mocht de uitkering dan toch niet door deze gemeente betaald moeten worden, dan kan zij deze op basis van dit lid terugvorderen.
- Het college is bevoegd tot verrekening van in de voorafgaande zes maanden ontvangen middelen met de algemene bijstand.
Deze lichten we even toe met een voorbeeld. Stel Ans (61) werkt in maart parttime voor 60 uren. Ze wordt niet direct betaald en Ans krijgt die maand nog een volledige uitkering ad € 1.078,70. In april ontvangt Ans € 600 voor haar gewerkte uren. Nu heeft ze in maart € 600 verdient en € 1.078,70 uitkering ontvangen. Dat is dus € 600 te veel. Door dit lid mag de gemeente deze € 600 verrekenen met de uitkering van april. In april ontvangt Ans nog (€ 1.078,70 – € 600 =) € 478,70 aan uitkering. Gemiddeld gezien heeft Ans dan weer € 1.078,70 per maand ontvangen.
- Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering worden verhoogd met de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, kunnen worden teruggevorderd, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen.
Zoals we in de module over algemene bijstand hebben gezien, is het bedrag dat de inwoner aan bijstand ontvangt een netto-uitkering. De gemeente draagt aan het eind van ieder kalenderjaar aan de Belastingdienst inkomstenbelasting en premies af. Wanneer het door de gemeente teruggevorderde bedrag niet binnen het kalenderjaar wordt ontvangen, wordt het nog openstaande bedrag van de vordering verhoogd met de daarover verschuldigde premies en belastingen. De inwoner kan deze gebruteerde schuld als negatief inkomen opvoeren bij de volgende belastingaangifte voor het daaropvolgend jaar. De inwoner krijgt dit gebruteerde bedrag dus uiteindelijk weer terug via zijn belastingaangifte.
- Terugvordering als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering.
In het tweede lid van dit artikel onder e zagen we dat als de gemeente door haar fout te veel uitkering verstrekt, zij dit mag terugvorderen, mits de inwoner dit had kunnen voorzien. Dit lid stelt dat de gemeente maximaal twee jaar heeft om deze fout te vinden en terug te vorderen.
- In afwijking van het eerste lid kan het college besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering als bedoeld in het eerste lid af te zien, indien de persoon van wie de kosten van bijstand worden teruggevorderd:
- Gedurende tien jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;
Zoals we zien, kan dit normaliter nadat de inwoner 10 jaar aan de overeengekomen betalingsverplichting heeft voldaan. Over hoe zo’n betalingsverplichting tot stand komt, vertellen meer bij de pagina over invordering.
- Gedurende tien jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;
Als de inwoner niet aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, krijgt hij de kans het nog verschuldigde bedrag alsnog te betalen. Ook dan komt hij in aanmerking voor het afzien van verdere invordering na 10 jaar.
- Gedurende tien jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of
Er kan ook worden afgezien van invordering als de inwoner in 10 jaar niets aan de invordering heeft afbetaald en het ook niet te verwachten valt dat dit gaat gebeuren.
- Een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom, in één keer aflost.
De laatste mogelijkheid doet zich voor als de inwoner in staat is om tenminste de helft van de openstaande vordering in één keer af te lossen.
- Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan het college besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.
Artikel 58 eindigt met een lid over dringende redenen. Dit moet maatwerk mogelijk maken in gevallen waar invordering geheel of gedeeltelijk onwenselijk is.
Zesmaandenjurisprudentie
Van belang in de terugvorderingsregels is de zesmaandenjurisprudentie. Dat is een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) waarin vastgelegd is dat zes maanden na het moment dat de gemeente kennis heeft of had kunnen hebben van het feit dat er sprake was van een onverschuldigde betaling, de gemeente niet meer over kan gaan tot terugvordering van het ten onrechte betaalde. Het is dus van belang om bij het ontvangen van signalen over eventueel te veel betaalde bijstand, tijdig een onderzoek op te starten. Paragraaf 6.4, artikel 58 t/m 60c van de Participatiewet, regelt wanneer en hoe de gemeente overgaat tot terugvordering.
Deze jurisprudentie gaat niet in op wanneer de inlichtingenplicht is geschonden.
Check, dubbelcheck
- Ik weet wat terugvordering inhoudt en artikel 58 over terugvordering is mij duidelijk.
- Ik weet dat de gemeente bij het schenden van de inlichtingenplicht verplicht is tot terugvordering.
- Ik snap wat zesmaandenjurisprudentie is.