Nieuwe Wet Inburgering: wat verandert er voor gemeenten?
Door: Lisa Vermeulen, Maaike Ariaans & Juul van der Velde
Per 1 juli 2021 gaat de nieuwe Wet Inburgering van kracht. Vanaf dit moment verschuift de verantwoordelijkheid voor het regelen van inburgering van vluchteling naar gemeenten. Wij zetten de belangrijkste veranderingen voor gemeenten op een rij.
Uitvoeren brede intake
Het wordt de taak van de gemeente om een brede intake af te nemen bij elke inburgeringsplichtige nieuwkomer. De gemeenten moeten de brede intake zelf inrichten. Het heeft de voorkeur dat de intake al start in het AZC. Via deze intake wordt er een compleet beeld van de vluchteling gevormd wat zorgt voor een snellere integratie.
Plan Inburgering en Participatie (PIP) maken
Nadat de brede intake is afgenomen, dient de vluchteling een leerbaarheidstoets te maken. Daarna stelt de gemeente een Plan Inburgering en Participatie (PIP) op met de vluchteling. Hierin worden verschillende zaken afgesproken zoals de te volgen leerroute, de lesdagen en prestatieafspraken. In dit laatste wordt afgesproken hoeveel uur de vluchteling aan (vrijwilligers)werk dient te besteden.
Inkopen leerroutes
Om de inburgering zo soepel mogelijk te laten verlopen, zijn drie verschillende leerroutes ontwikkeld. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop van deze leerroutes.
- B1-Route: De taaleis wordt verhoogd van niveau A2 naar B1. Inburgering wordt gecombineerd met (vrijwilligers)werk. Dit zal de meest genomen route worden.
- Z-Route: Voor inburgeraars waarin is vastgesteld dat zij een lage leerbaarheid hebben is de zelfredzaamheidsroute (Z-Route) ontwikkeld. Deze leerroute duurt 2 jaar en heeft als doel zelfstandig mee kunnen draaien in de samenleving.
- Onderwijsroute: Een route voor jongeren tot 28 jaar. De leerroute duurt 2 jaar en is te vergelijken met een voltijd studie. De inburgeraars volgen noodzakelijke vakken en studeren af op taalniveau B1.
Financieel ontzorgen vluchtelingen
Om te voorkomen dat de vluchtelingen in financiële problemen raken, dienen de gemeenten hen enige tijd financieel te ontzorgen. Gemeenten betalen vanuit een uitkering de eerste zes maanden de huur, premie voor de zorgverzekering en de energielasten voor de vluchteling. In sommige gevallen kan de gemeente ervoor kiezen deze periode te verlengen.
Het bieden van maatschappelijke begeleiding
Gemeenten worden verantwoordelijk voor de begeleiding van de vluchteling. Zij voeren voortgangsgesprekken met de vluchteling maar monitoren ook hun aanwezigheid. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang van hun inburgering en voor een aanbod voor de Module Arbeidsparticipatie (MAP).
Kortom, per 1 juli 2021 is de gemeente verantwoordelijk voor het inburgeringstraject van vluchtelingen. Het doel van het verschuiven van de verantwoordelijkheid is om vluchtelingen zelfredzamer te laten worden en ervoor te zorgen dat vluchtelingen kunnen participeren in de samenleving en er onderdeel van worden.