Jeugd en veiligheid; de Verwijsindex risicojongeren, Meldcode en Veilig Thuis
Verwijsindex Risicojongeren
In de jaren negentig hebben er een aantal tragische incidenten plaatsgevonden, zoals de zaak van het Maasmeisje en de zaak Savanna). Deze incidenten lieten zien dat er kortere lijnen moesten komen tussen de verschillende professionals die betrokken zijn bij een jeugdige in een risicosituatie. Hierop is de Verwijsindex Risicojongeren (VIR) opgezet. Dit is een landelijk digitaal systeem waarin de hulpverleners risicosignalen bij elkaar kunnen brengen door middel van meldingen. Er hoeft geen toestemming gevraagd te worden aan de jeugdigen of diens wettelijk vertegenwoordiger om een melding in de verwijsindex te zetten, maar het is wel gebruikelijk om de ouders/jeugdige hiervan op de hoogte te stellen.
Bij een match wordt er geen inhoudelijke informatie gedeeld. Het is dan alleen bekend dat meerdere professionals zich zorgen maken. De professionals moeten voor ze verdere informatie uitwisselen in principe toestemming aan het gezin vragen. Krijgen ze deze toestemming niet, dan moeten ze een professionele afweging maken of het toch noodzakelijk is om informatie te delen.

De toekomst van de VIR
De toekomst van de VIR is ongewis. Begin december 2021 is er in de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarbij de regering wordt gevraagd om de wettelijke verplichting tot het gebruik van de verwijsindex te schrappen. Op deze pagina van de VNG kun je lezen hoe dit proces verder gaat en wat de gemeente in de tussentijd moet doen in afwachting van een eventuele wetswijziging.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Meldcode)
We weten nu hoe de kwaliteit van jeugdprofessionals gewaarborgd wordt en hoe er met de VIR gezorgd wordt voor meer informatie tussen professionals onderling. Maar wat moet een professional doen bij vermoedens van een schadelijke situatie voor een jeugdige? We hebben het hier specifiek over kindermishandeling en huiselijk geweld. Op die vragen kan een antwoord gevonden worden in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierna proberen we korter van stof te zijn, dus houden we het voor nu even op alleen de ‘meldcode’. Maar hoe werkt de meldcode? In vijf stappen wordt er gekeken of er een melding moet worden gedaan of dat er een andere actie mogelijk is. Hieronder de vijf stappen op een (letterlijk) rijtje.

In tegenstelling tot het afgeven van een signaal in de VIR, is het bij de meldcode wel verplicht om contact te hebben met het gezin (zie stap 3). De professional is verplicht om zijn waarnemingen te delen. De reactie van het gezin wordt opgenomen in de uiteindelijke melding als het hiervan komt.
De uiteindelijke afweging moet zorgvuldig gemaakt worden vanwege de gevolgen voor de betrokkenen. Het uitgangspunt is dat een melding noodzakelijk is wanneer er sprake is van acute of structurele onveiligheid. In andere situaties moeten andere vormen van hulp eerst onderzocht worden.
Het is verplicht om de meldcode te gebruiken voor professionals die werken in:
- De (gezondheids)zorg;
- Het onderwijs;
- De kinderopvang;
- De maatschappelijke ondersteuning;
- De jeugdhulp;
- Justitie.
Dit is vastgelegd in de Wet verplichte meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Wat een beetje verwarrend is, is dat deze wet vooral andere wetten aanpast. Je kunt de wet dus eigenlijk niet zelfstandig lezen, behalve voor de begripsbepalingen. Kijk ook even in de Jeugdwet (artikel 4.1.7) en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (artikel 3.3), daar zie je hoe deze Wet verwerkt is in deze wetten.
Veilig Thuis
Bij signalen van mishandeling kan een melding gemaakt kan worden. Deze komen terecht bij Veilig Thuis. Wanneer er vermoedens zijn van huiselijk geweld en/of kindermishandeling in een gezin, doet Veilig Thuis een onderzoek. Veilig Thuis geeft een advies over wat er moet gebeuren in het gezin en welke professionele hulp eventueel ingeschakeld moet worden. Dit advies gaat naar de gemeente, die vervolgens akkoord moet geven voor het inschakelen van de professionele hulp. Zo nodig kan Veilig Thuis ook een melding maken bij de politie of Raad voor de Kinderbescherming. Overigens kunnen ook inwoners een melding doen bij Veilig Thuis, het hoeft dus niet altijd te gaan om professionals.

Veilig Thuis is een landelijk begrip, maar het is een regionale organisatie. Elke regionale afdeling maakt afspraken over de samenwerking met de gemeenten in de regio. Veilig Thuis beoordeelt bij elke melding die binnenkomt de veiligheid in de situatie. Er wordt ingeschat of de melding doorgestuurd kan worden naar de lokale toegang of dat zij eerst zelf de melding gaan beoordelen en daarna contact leggen met de lokale toegang.
Meldcode, Veilig Thuis en VIR
Let op: het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Het is zelfs heel logisch dat als je overweegt om een melding te doen bij Veilig Thuis en dus de Meldcode toepast, ook een signaal afgeeft in de verwijsindex. Zo wordt voorkómen dat het feit dat jij je ernstig zorgen maakt niet terecht komt bij een andere professional die zich ook ernstig zorgen maakt.
Check, dubbelcheck
- Ik weet wanneer een professional volgens de meldcode een melding moet maken.
- Ik snap de rol van Veilig Thuis bij een melding van signalen van mishandeling.