Yong
  • Home
  • Wie is Yong
    • Concept
    • Ons team
  • Opdrachtgevers
    • Projecten
    • Ervaringen
  • Professionals
    • Bij ons werken
    • Blogs
  • Kennis & Groei
    • Yong – LCGW inspiratiedag
    • Trainingen
  • Contact
  • Menu Menu

Re-integratievoorzieningen: wat houden ze in

Sociale activering

Sociale activering wordt vaak ingezet bij personen die een geïsoleerd leven leiden met weinig sociale contacten buitenshuis. Door iemand maatschappelijk nuttige activiteiten te laten ondernemen (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) komt iemand weer onder de mensen en wordt het isolement doorbroken. Het stelt de persoon in staat zijn sociale vaardigheden te oefen en ontwikkelen, en zijn netwerk uit te breiden. Sociale activering is vaak een stap in een re-integratietraject wanneer betaald werk nog niet in zicht is. Wanneer duidelijk is dat iemand nooit aan het werk kan, is sociale activering niet verplicht als re-integratie-instrument. Het gaat in het kader van re-integratie dus altijd om sociale activering met als uiteindelijke doel betaald werk.

Werkervaringsplaats

Zoals de naam al doet vermoeden, is dit een voorziening die iemand de mogelijkheid geeft om werkervaring op te doen. Dit kan ervaring zijn op een specifieke functie. Het kan ook zijn dat iemand lang niet of nooit gewerkt heeft. Met een werkervaringsplek kan iemand dan ervaren hoe het is om (weer) voor een werkgever te werken.

Bij een werkervaringsplek sluit de gemeente doorgaans een overeenkomst met de werkgever over het doel, de omvang, de duur en de begeleiding op de werkervaringsplek. Er wordt door de gemeente onderzocht of de plek geschikt is voor het opdoen van werkervaring. Kan de inwoner hier nuttige ervaring op doen of is hij slechts een goedkope arbeidskracht? Vanzelfsprekend moet de gemeente dat laatste goed bewaken. Werkervaring mag nooit een reguliere baan die betaald kan worden verdringen.

Proefplaatsing

Bij een proefplaatsing gaat iemand onbetaald (met behoud van uitkering) voor twee maanden een functie vervullen binnen een organisatie. In deze periode doet de persoon ervaring op met de functie. De werkgever kan tijdens de proefplaatsing bepalen of als vervolgstap een betaald arbeidscontract wordt aangeboden.

Een proefplaatsing wordt doorgaans ingezet wanneer de werkgever twijfelt of iemand geschikt is voor de functie. De plaatsing is voor een bepaalde duur die verlengd kan worden. Er wordt door de gemeente gewaakt voor werkgevers die alleen uit zijn op tijdelijke goedkope arbeid. Zo onderzoeken ze bijvoorbeeld of de werkgever wel echt de intentie heeft om na de proefplaatsing de inwoner in dienst te nemen.

Verwervingskosten

Met deze voorziening kan de gemeente tegemoetkomen in de kosten die iemand maakt om aan het werk te gaan. Denk hierbij aan de vergoeding van reiskosten of de eigen bijdrage voor kinderopvang. Voor een uitkeringsgerechtigde met een parttimebaan kunnen deze kosten zorgen voor een achteruitgang in de financiële positie. De vergoeding van deze kosten moet de drempel verlagen om (fulltime) aan het werk te gaan.

Overigens zijn er ook gemeenten die bijvoorbeeld reiskosten als bijzondere bijstand vergoeden.

VOORBEELD

Hans heeft een bijstandsuitkering naar de alleenstaande norm ad € 1.078,70. Via de gemeente komt hij aan het werk bij het magazijn van Kruidvat. Hans verdient € 800,00 per maand. Zijn loon wordt aangevuld met € 278,80 uitkering per maand. Wat dat betreft gaat Hans er niet op achteruit. Het magazijn is echter te ver om te fietsen, dus Hans gaat met de bus. Dit kost hem € 4,00 per dag. Met gemiddeld 14 werkdagen per maand kost hem dat € 56,00. Dit lijkt misschien niet veel, maar voor iemand met een uitkering is het een enorm bedrag. Als de gemeente deze kosten niet zou vergoeden, is er een grote kans dat Hans stopt met zijn baan. Dan moet de gemeente Hans een volledige uitkering verstrekken. Het vergoeden van de reiskosten is in dat geval de goedkoopste optie en zorgt ervoor dat Hans meedraait in de maatschappij.

Scholing

Bij jongeren tot 27 jaar wordt er volop ingezet op het behalen van een diploma dat een goed baan perspectief biedt. Zij kunnen in de meeste gevallen nog gebruik maken van studiefinanciering en daarmee zowel hun studie mee bekostigen als in hun levensonderhoud voorzien. Aan het re-integratietraject voor jongeren worden meer eisen gesteld. Het traject, de verplichtingen en sancties moeten worden vastgelegd in een Plan van Aanpak. Het moet een duidelijk traject vormen waarmee ze zo snel mogelijk kunnen re-integreren. Hiermee wordt geprobeerd te voorkomen dat zij op latere leeftijd (opnieuw) werkloos raken en in de bijstand terechtkomen.

Persoonlijke ondersteuning

De ondersteuning wordt vaak geboden door een jobcoach. Deze coach kan de persoon leren om op een bepaalde werkplek te functioneren. Het kan ook zo zijn dat de ondersteuning gericht is op het leren van vaardigheden aan collega’s om de persoon de ondersteuning te bieden die hij nodig heeft. Deze voorziening kan gecombineerd worden met een proefplaatsing of een werkervaringsplek. De ondersteuning wordt dan zolang geleverd als die voorzieningen lopen.


Check, dubbelcheck

  • Ik heb een beeld bij de volgende re-integratievoorzieningen:
    • Sociale activering
    • Werkervaringsplaats
    • Proefplaatsing
    • Verwervingskosten
    • Scholing
    • Persoonlijke ondersteuning
  • Ik weet ook met welk doel deze voorzieningen ingezet kunnen worden.

Re-integratievoorzieningen

De gemeente kan in een re-integratietraject een aantal voorzieningen of instrumenten inzetten. Het idee is dat de inwoner door het gebruik van de voorziening werkt aan het bereiken van zijn re-integratiedoel. Zoals we bij de regels al zagen, is er beleidsvrijheid bij het bepalen welke instrumenten er worden aangeboden. Voorbeelden voor instrumenten zijn:

  • Loonkostensubsidie
  • Lage Inkomensvoordeel
  • No-riskpolis
  • Persoonlijke ondersteuning
  • Beschut werk
  • Verschillende projecten (bijvoorbeeld sollicitatietraining)
  • Werkervaringsplaats
  • Sociale activering
  • Detacheringsbaan
  • Scholing
  • Proefplaatsing
  • Wervingskosten (reiskosten, kinderopvang)

We zullen een aantal van deze voorzieningen in deze module uitdiepen. De overige voorzieningen komen aan bod in een latere module over werken met een arbeidsbeperking.


Check, dubbelcheck

  • Ik weet waarvoor re-integratievoorzieningen zijn bedoeld.
  • Ik kan voorbeelden noemen van re-integratievoorzieningen.

Het re-integratietraject

Maatwerk

Zoals we in artikel 8a lid 2 PW zagen, stelt de wet dat de gemeente rekening moet houden met de omstandigheden van een persoon bij de inzet van voorzieningen. In de vijfde nota die bij de invoering van de PW aan de tweede kamer werd gestuurd wordt dit als volgt verwoord:

Deze gemeente bepaalt, op basis van maatwerk, welk instrument zij passend vindt om de participatie van de doelgroep te bevorderen (Vijfde nota van wijzing bij de invoering van de participatiewet).

We zagen bij de algemene bijstand dat deze wordt afgestemd op de leeftijd, leefvorm en woonsituatie van een persoon. Op basis van deze gegevens kunnen er vaste bedragen/normen worden toegekend aan inwoners. Bij de re-integratie is de situatie een stuk complexer en is het moeilijker om een set van voorwaarden op te stellen die bepalen in welke situatie iemand welke voorziening krijgt. Persoonlijke omstandigheden kunnen heel verschillend zijn en ook nog een andere impact op iemand hebben. Maatwerk betekent dat er per situatie bepaald kan worden wat een persoon nodig heeft ter ondersteuning van zijn re-integratietraject.

Een proces

Aan het begin van deze module begonnen we met de volgende definitie van re-integratie:

Re-integratie is het geheel van activiteiten die het zo snel als mogelijk vinden van betaalde arbeid stimuleert

Uit deze definitie blijkt dat het bij re-integratie niet om een moment gaat, maar om een proces. Er wordt daarom ook wel van een re-integratietraject gesproken. In het traject kunnen verschillende activiteiten worden ondernomen en voorzieningen worden ingezet. Welke voorzieningen dat zijn, zo hebben we geleerd, is maatwerk en moet bepaald worden aan de hand van de situatie van de inwoner en wat hij nodig heeft om betaalde arbeid te vinden.

Dit is de taak van de consulent werk (en inkomen). Hij brengt samen met de inwoner de huidige situatie in kaart en biedt de passende ondersteuning op weg naar het vinden van betaalde arbeid. Waar nodig worden er in het proces voorzieningen ingezet. Hieronder zullen we uitleggen hoe zij dit doen.

In kaart brengen

Het is dus voor de gemeente van belang om inzicht te krijgen in de situatie van de inwoner en zijn behoeften om de benodigde activiteiten te bepalen en doelgericht re-integratievoorzieningen in te kunnen zetten. Dit inzicht kan de consulent op verschillende manieren verkrijgen. Doorgaans begint het met één of meerdere gesprekken over het arbeidsverleden van de inwoner en zijn mogelijkheden/beperkingen om aan het werk te gaan. De consulent kan bij deze gesprekken ondersteunende bewijsstukken opvragen, bijvoorbeeld:

  • Diploma’s;
  • Het laatste arbeidscontract;
  • CV;
  • Keuringsrapporten van Arboartsen.

Waar nodig kan de consulent arbeidskundig- en medisch onderzoek inzetten om de belastbaarheid van een inwoner te onderzoeken. Bij onderzoek naar de belastbaarheid van een inwoner wordt er gekeken naar de fysieke en psychische gezondheid van een inwoner. Op basis daarvan wordt er bepaald welk werk hij nog kan verrichten en voor hoeveel uren per dag/week. Tegenwoordig kan de consulent ook gebruik maken van computerprogramma’s die op basis van vragenlijsten een diagnose kunnen maken van de situatie van de inwoner.

De participatieladder

De gemeente maakt vaak gebruik van modellen om groepen klanten in te delen. Dit geeft de consulent enige houvast in het bepalen van het traject. Door middel van wetenschappelijk onderzoek is uitgezocht welke activiteiten het meest effectief zijn voor mensen in een bepaalde categorie. Het bekendste model is de participatieladder zoals je die hieronder kunt zien.

Afhankelijk van de activiteiten die de inwoner op dat moment al onderneemt, bevindt hij zich op een trede van de ladder. Bevindt iemand zich onderaan, op trede 1, dan leeft iemand geïsoleerd en heeft hij geen sociale contacten buitenshuis. Helemaal bovenaan op trede 6 staat een persoon met een betaalde baan, die daarbij ook geen ondersteuning nodig heeft.

Het re-integratietraject

Tijdens het re-integratie traject is het de bedoeling dat de inwoner klimt op de participatieladder. Door iemand ondersteuning te bieden bij het maken van sociale contacten buitenshuis kan hij van trede 1 naar trede 2 gaan. Het kan ook zo zijn dat iemand door problemen in zijn leven (bijvoorbeeld schulden of psychische problematiek) niet klaar is om een stap op de ladder te zetten. Een re-integratie activiteit kan dan gericht zijn op behandeling door een psycholoog. Het oplossen van problemen op andere levensgebieden creëert dan ruimte voor het zetten van een volgende stap naar betaalde arbeid. De activiteiten, ondersteuning en duur van het traject zijn wederom maatwerk en afhankelijk van de persoon en zijn situatie.

Het doel

Het traject heeft altijd een einddoel of in termen van de participatieladder gesproken een doeltrede. Dit is een inschatting van het hoogste haalbare niveau van werk of maatschappelijk participeren voor de inwoner. Het uitgangspunt is doorgaans het bereiken van trede 6, zodat de inwoner in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Voor sommige inwoners zal betaalde arbeid echter nooit een haalbaar doel zijn. Er wordt dan gestreefd naar een zo hoog mogelijke trede. Dat kan betekenen dat iemand afhankelijk blijft van een bijstandsuitkering en/of ondersteuning.


Check, dubbelcheck

  • Ik weet nu wat maatwerk is.
  • Ik weet nu wat het re-integratietraject is en hoe dit verloopt.
  • Ik weet wat de participatieladder is
  • Ik ken de stappen

Energizer

Disco dansen

Je bent op de helft van deze module. Goed bezig! Bij re-integratie spreekt men ook wel eens over: van de bank af komen. Dat ga jij nu ook doen. Zet je favoriete disconummer op en dans je beste disco dans. Mocht je geen discomuziek kennen dan raden wij Earth, Wind & Fire – Let’s Groove aan.

Veel (dans)plezier!

Re-integratieverordening

De gemeente heeft bij de invulling van haar ondersteuning bij re-integratie beleidsvrijheid. Je weet nu onderhand wel wat dat betekent. Ze moet de invulling van de vrijheid vastleggen in een verordening. Het is artikel 8a Participatiewet dat de gemeente hiertoe verplicht.

Artikel 8a. Verordeningen re-integratievoorzieningen en tegenprestatie

  • 1. De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:
    • a. Het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en artikel 10, eerste lid;
    • b. Het opdragen van een tegenprestatie als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c;
    • c. De scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, vijfde lid;
    • d. De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid;
    • e. Het verrichten van werkzaamheden in een beschutte omgeving, bedoeld in artikel 10b.

Het eerste lid legt de gemeente de plicht op om een verordening op te stellen met daarin de regels wat betreft het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen. De gemeente heeft de vrijheid om haar aanbod aan voorzieningen af te stemmen op de specifieke behoefte van haar inwoners.

Die vrijheid wordt wel een klein beetje ingeperkt doordat de wet vraagt om een aantal voorzieningen in ieder geval uit te werken in de verordening. Dit zijn de volgende re-integratievoorzieningen: scholing, de premie en beschutwerk. Verderop in deze module werken we uit wat deze voorzieningen inhouden.

Artikel 8a geeft ook opdracht om de tegenprestatie in een verordening uit te werken. De tegenprestatie staat los van re-integratie en heeft een ander karakter.

  • 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, bepalen in ieder geval:
    • a. Onder welke voorwaarden welke personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en werkgevers van deze personen in aanmerking komen voor in de verordening te omschrijven voorzieningen en hoe deze rekening houdend met omstandigheden, zoals de zorgtaken, en het feit, dat die persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort of gebruik maakt van de voorziening beschut werk, bedoeld in artikel 10b, of een andere structurele functionele beperking heeft, evenwichtig over deze personen worden verdeeld;
    • b. Welke regels gelden voor het aanbod van scholing of opleiding en voor de premie indien onbeloonde additionele werkzaamheden worden verricht als bedoeld in artikel 10a waarbij die regels voor de premie in ieder geval betrekking hebben op de hoogte van de premie in relatie tot de armoedeval.

Het tweede lid van het artikel vraagt in de verordening op te bepalen wat de voorwaarden zijn voor de toegang tot de voorzieningen die zijn opgenomen. Handig hè, dat je nu die doelgroep uit artikel 7 eerste lid onder a zo goed op je netvlies hebt, want het gaat natuurlijk weer over diezelfde doelgroep.

Daarnaast zegt dit artikel dat in de verordening moet staan hoe de voorzieningen evenwichtig verdeeld worden (ja, er blijft sprake van schaarste). Het college moet in de verordening vastleggen hoe er rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de persoon. En tenslotte worden er een paar voorbeelden gegeven van deze persoonlijke omstandigheden waar in ieder geval rekening mee gehouden moet worden: zorgtaken en functionele beperkingen. Waarom dit gevraagd wordt zullen we uitleggen na de opdracht en de energizer.

Opdracht re-integratieverordening: Zoek de re-integratieverordening op van de gemeente waar je nu voor werkt en van één andere gemeente.

Let op, de verordeningen heten soms anders of zijn soms gecombineerd met andere verordeningen in bijvoorbeeld één verordening Participatiewet. En het kan zelfs voorkomen dat er één verordening sociaal domein is. Maar in iedere gemeente zijn zaken over re-integratie vastgelegd.

Je hebt nu twee verordeningen voor je:

  • Lees een paar algemene artikelen over hoe de gemeente omgaat met de doelgroep
  • Zie je wat is vastgelegd over beschut werk?
  • En over de premie?

Verschillen deze verordening van elkaar en hoe dan? Kun je bedenken waar dat mogelijk aan ligt?


Check, dubbelcheck

  • Ik weet nu dat gemeenten de taak hebben mensen te ondersteunen bij hun re-integratie en waar nodig hen voorzieningen te bieden.
  • Ik weet nu dat inwoners recht hebben op ondersteuning bij re-integratie, maar geen recht hebben op een specifieke voorziening.
  • Ik weet nu dat de gemeente een re-integratieverordening moet opstellen met daarin de voorzieningen die zij aanbiedt en de voorwaarden voor toegang tot die voorzieningen.
  • Ik heb twee verschillende re-integratieverordeningen bestudeerd.

Re-integratie: recht van de inwoner

We hebben net in artikel 7 lid 1 onderdeel a PW de opdracht gelezen die het college krijgt ten aanzien van de ondersteuning bij re-integratie. In  artikel 10 van de Participatiewet is deze opdracht van het college vertaald naar een recht voor de inwoner. Voor wat betreft de 7 doelgroepen: die zijn hetzelfde als in artikel 7 en die gaan we niet herhalen (je kunt misschien nog even terugkijken).

Maar what’s new:

Na het benoemen van de 7 bekende doelgroepen staat er in artikel 10 het volgende:

Artikel 10. Aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling

  • 1. … bestaat overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8a, aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken, indien die persoon zonder die ondersteuning niet in staat zou zijn die taken te verrichten.

Of in gewone mensentaal:

In artikel 8a krijgt de gemeente de opdracht om een aantal zaken ten aanzien van re-integratie vast te leggen in een verordening. De 7 doelgroepen kunnen aanspraak maken op ondersteuning en voorzieningen die door het college noodzakelijk worden geacht. Beetje wassen neus lijkt het dan wel. Je hebt recht op de voorziening, waarvan jouw gemeente al vindt dat je die nodig hebt. Wanneer de inwoner dus om ondersteuning vraagt, is de gemeente verplicht die te leveren. De inwoner heeft geen recht om te bepalen wat er noodzakelijk is bij de re-integratie. Een inwoner kan dus geen aanspraak maken op een specifieke voorziening. Dit is het recht/de taak van de gemeente. 

Hier wordt ook nadrukkelijk de ondersteuning op de werkvloer genoemd, de zogenaamde jobcoach.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot een van de groepen, bedoeld in het eerste lid, behoren.

En ook hier (net als in artikel 7) wordt nadrukkelijk vastgelegd dat wanneer je met ondersteuning van het college aan het werk bent, je die ondersteuning ook houdt.

  • 3. Artikel 40, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

In het derde lid van het artikel is vastgelegd dat een inwoner alleen kan vragen om ondersteuning bij de re-integratie bij de gemeente waar hij woonachtig is.


Check, dubbelcheck

  • Ik weet nu dat inwoners recht hebben op ondersteuning door de gemeente bij hun re-integratie.
  • Ik kan nog steeds zo’n 4 á 5 doelgroepen noemen die recht hebben op de ondersteuning.
  • Ik heb geoefend in het doorklikken van het ene artikel naar het andere en weer terug.

Re-integratie: opdracht aan het college

De gemeente heeft dus een rol in de re-integratie van haar inwoners. We hebben het hier over inwoners en niet over uitkeringsgerechtigden, omdat de gemeente voor een bredere groep inwoners deze opdracht van de wetgever gekregen heeft. De taakstelling van de gemeente is vastgelegd in artikel 7 lid 1 onderdeel a Participatiewet.

Artikel 7 lid 1 Opdracht college

Het college:

  • a. Ondersteunt bij arbeidsinschakeling:
  • 1. Personen die algemene bijstand ontvangen,

Dit zijn de mensen waar we het in deze training al veel over hebben gehad. Ze hebben een bijstandsuitkering voor het levensonderhoud. Vanaf het moment van melding gelden de verplichtingen voor hen en hebben ze recht op ondersteuning bij het vinden van werk.

  • 2. Personen als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend,

Dit moeilijk te lezen stuk tekst stelt dat met name kwetsbare uitkeringsgerechtigden die voorafgaand aan het aanvaarden van werk ondersteuning ontvingen van de gemeente, het recht op ondersteuning niet direct verliezen als ze gaan werken. De bemoeienis van de gemeente stopt pas wanneer iemand twee jaar aaneengesloten betaald werk heeft waarmee hij tenminste het minimumloon verdient en er ook geen sprake van loonkostensubsidie was.

  • 3. Personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid,

Handig wanneer een lid volledig naar een ander deel van de wet verwijst. In artikel 10 lid 2 PW staat: Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot een van de groepen, bedoeld in het eerste lid, behoren.

Het kan zijn dat een inwoner door gebruik te maken van ondersteuning van de gemeente in staat is om twee jaar aaneengesloten meer dan het minimumloon te verdienen. Bij ondersteuning in het kader van dit artikel moet dan gedacht worden aan een voorziening zoals bijvoorbeeld jobcoaching. De inwoner werkt wel, maar dat komt juist ook door de ondersteuning. Als het recht op ondersteuning dan zou stoppen na twee jaar, verliest iemand mogelijk zijn betaalde werk. Dan zijn alle inspanningen voor niets geweest. De ondersteuningstaak van de gemeente zou dan stoppen, zo hebben we hierboven gelezen. Dit lid maakt het mogelijk om deze mensen blijvend te ondersteunen.

  • 4. Personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw)

De Anw verstrekt een basisinkomen aan weduwen en weduwnaars die arbeidsongeschikt zijn of ten laste komende kinderen hebben en aan wezen. De Anw-uitkering wordt betaald door de SVB. De re-integratietaak is echter belegd bij de gemeente.

  • 5. Personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW),

Over de IOAW hebben we het in module 6 al even gehad. Het is een uitkering voor mensen die op hogere leeftijd werkeloos zijn geworden en wordt uitgevoerd door de gemeente. Ook voor deze mensen heeft de gemeente de taak om hen te helpen bij hun re-integratie.

  • 6. Personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), en

Gewezen zelfstandigen met recht op een IOAZ-uitkering worden ook ondersteund door de gemeente bij hun re-integratie.

  • 7. Niet-uitkeringsgerechtigden

Niet-uitkeringsgerechtigden (ook wel nuggers genoemd, als iemand dat woord noemt weet jij nu wat dat zijn) zijn inwoners jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die geen aanspraak kunnen maken op ondersteuning bij re-integratie vanuit bijvoorbeeld een andere uitkering. Het kan bijvoorbeeld gaan om inwoners waarvan de WW-uitkering al beëindigd is en die geen recht hebben op een bijstandsuitkering, omdat de partner te veel inkomen heeft.

De PW heeft de gemeente de taak gegeven om ook deze inwoners te ondersteunen bij hun re-integratie. De overheid wil graag dat zo veel mogelijk mensen gaan werken. Dit is in het belang van de hele maatschappij. Vandaar dat er wel recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling bestaat, ook al is er geen recht op een (bijstands)uitkering.

  • En, indien het college daarbij het aanbieden van een voorziening, waaronder begrepen sociale activering gericht op arbeidsinschakeling, noodzakelijk acht, bepaalt en biedt deze voorziening aan.

Dit laatste stukje van het eerste lid is een soort van boter bij de vis. Het college ondersteunt niet alleen, maar als het nodig is, bepaalt het college ook welke voorziening er nodig is. En dan is het nog niet klaar. Nee, dan wordt de voorziening ook aangeboden aan een inwoner zoals hierboven onder 1 tot 7 is beschreven. Wat deze voorzieningen inhouden bespreken we later in deze module.


Check, dubbelcheck

  • Ik weet nu dat de wetgever aan het college een opdracht heeft gegeven bij het re-integreren van zijn inwoners.
  • Ik kan van de 7 categorieën inwoners die recht hebben op deze ondersteuning, er toch zo wel 4 of 5 benoemen.
  • Ik heb uit nieuwsgierigheid en interesse even heel artikel 7 bekeken om een beter beeld te krijgen van de opdrachten die in het kader van PW aan het college zijn gegeven.

Werk en inkomen

Het uitgangspunt van de Participatiewet is dat mensen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn om te voorzien in hun levensonderhoud. Hierbij is het vinden van betaald werk een belangrijk onderdeel. Als het niet lukt om werk te vinden, kan de gemeente (het liefst tijdelijk) mensen financieel ondersteunen door een bijstandsuitkering te verstrekken.

De wet valt dus in twee onderdelen uiteen: ondersteunen bij het vinden van werk en het verstrekken van een uitkering voor levensonderhoud. Deze twee onderdelen van de wet worden vaak Werk en Inkomen genoemd, maar soms ook rechtmatigheid (inkomen) en doelmatigheid (werk). In sommige gemeenten zijn er aparte medewerkers voor de twee onderdelen: consulenten werk en consulenten inkomen. Soms zijn deze functies verenigd in één persoon de consulent werk- en inkomen. Overigens worden consulenten in sommige gemeenten weer klantmanagers genoemd. Volg je het nog?

Om te benadrukken dat werk voor inkomen komt, is er bij het aanvragen van een uitkering veel aandacht voor de kansen om weer aan het werk te gaan. Deze speciale ‘poortwachters’ (ja, zo wordt deze functie echt genoemd) wijzen de aspirant bijstandsgerechtigden nadrukkelijk en uitgebreid op de verplichtingen. Ken je de verplichtingen uit module 7 nog?

Zoals we in module 7 hebben gezien, zijn de verplichtingen de andere kant van de medaille waar het recht op bijstand staat. Een aantal verplichtingen daarvan zijn gericht op re-integratie. Deze zijn opgenomen in artikel 9 eerste lid onderdeel b Participatiewet. Re-integratie is het geheel van activiteiten die het vlot vinden van betaalde arbeid stimuleert. Mensen met een bijstandsuitkering zijn dus verplicht activiteiten te ondernemen om weer aan het werk te komen. Maar gelukkig hebben zij daarbij recht op ondersteuning vanuit de gemeente (artikel 7 lid 1 onderdeel a).

Filosofiemomentje: Als mensen weer aan het werk gaan, hoeft de gemeente (en daarmee de maatschappij) niet meer te voorzien in hun levensonderhoud. Dat is natuurlijk fijn! Echter zijn er meer voordelen aan het aan het werk zijn. Mensen die werken en deelnemen aan de maatschappij zijn meestal gelukkiger en gezonder. Bedenk voor jezelf eens wat werken voor jou betekent in je leven. Is het een noodzakelijk kwaad om brood op de plank te brengen of levert het je ook meer op?


Check, dubbelcheck

  • Ik weet nu wat re-integratie betekent in het kader van de Participatiewet.

Pagina’s

  • Aanmelden inspiratiedag
  • Aanmelden Yong Netwerk Courant
  • Alemke van Baren
  • Amber Cové
  • Basis sociaal domein
  • Beleid
  • Bij ons werken
  • Bij ons werken – vacature jeugdconsulent
  • Bij ons werken – vacature yong professional
  • Bij ons werken – vacature yong stage
  • Blogs
  • Concept
  • Contact
  • Cookiebeleid
  • Dagmar van Beek
  • Disclaimer
  • Esmee de With
  • Evy Reinders
  • Ex-Yong Professionals
  • Felix van den Belt
  • Femke Masselink
  • Harm Luursema
  • Heleen Vermeulen
  • Home
  • Irma Ramackers
  • Jacintha Schuurman
  • Jeugdwet
  • Jochem Roode
  • Jorwin van der Velde
  • Josta Meijers
  • Kwaliteit
  • Lars Vermeulen
  • Leren & Ontwikkelen
  • Linde van Triest
  • Maaike Ariaans
  • Maaike den Bakker
  • Maaike van Kalmthout
  • Management
  • Mariana da Silva de Sousa
  • Merel Oosterom
  • Nienke Dalinghaus
  • Onderzoek/Projecten
  • Online Leeromgeving Divosa
  • Online Leeromgeving gemeente Breda
  • Online Leeromgeving gemeente Nijmegen
  • Online Leeromgeving gemeente Overbetuwe
  • Online Leeromgeving gemeente Renkum
  • Online Leeromgeving gemeente Vijfheerenlanden
  • Online Leeromgeving Yong
  • Online Leeromgeving Yong
  • Ons team
  • Ons verhaal
  • Opdrachtgevers
  • Overig
  • Participatiewet
  • Paulien Dekkinga
  • Privacyverklaring
  • Professionals
  • Projectenoverzicht
  • Sam Mulder
  • Sandrine Umuhire
  • Solliciteer bij Yong
  • Sophie Witsmeer
  • Stanley West
  • Testimonials
  • Trainingen
  • Uitvoering
  • Vonne Claessens
  • Wmo
  • Yong netwerk
  • Yong-LCGW inspiratiedag
  • Yong-LCGW Inspiratiedagen 2022 (terugblik)

Categorieën

  • Blog
  • In gesprek met een Yong professional
  • Kiescompas
  • Zomerblogs

Archief

  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • juli 2021
  • juni 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • oktober 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • december 2019
  • juli 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • februari 2019
  • juli 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • Home
  • Disclaimer
  • Privacyverklaring
  • Cookiebeleid
  • Contact

Yong in de sociale media

Yong Linkedin

YONG BV

Jan Steenlaan 127
6717 TB Ede
06 - 28 08 20 50
06 - 52 46 24 48
info@yong.nl
© 2018 - Yong | Webdesign: Vindingrijck - Creatief in Media
Instant SSL
Scroll naar bovenzijde