Jeugdwet: de taken van de gemeente
Met de decentralisaties in 2015 kreeg de gemeente er een heleboel taken bij. De gemeente werd zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet.
Taken van de gemeente
Wat moest de gemeente dan allemaal gaan regelen bij de uitvoering van de Jeugdwet? We vatten het voor je samen in onderstaand schema.
Duizelt het je en weet je van meer van de helft van de taken niet wat dit betekent? Geen nood! In module 6 gaan we hier dieper op in. Voor nu is het alleen belangrijk dat je ziet dat de gemeente verantwoordelijk is geworden voor:
- het inregelen van preventie;
- alle vormen van vrijwillige jeugdhulp;
- de uitvoering van gedwongen jeugdhulp (dat wil zeggen uitgesproken door de kinderrechter) zoals kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
De opdracht aan de gemeente in de wet
In de Jeugdwet is vastgelegd wat de gemeente móet doen. Daarnaast heeft de gemeente veel vrijheid om zelf keuzes te maken. Op die manier kan de gemeente haar inwoners bieden wat in die specifieke gemeente nodig is. De gemeente is verplicht om deze keuzes vast te leggen in een verordening en beleidsplannen. Wat gemeenten moeten doen op dit gebied staat in artikel 2.1, 2.2 en 2.9 van de Jeugdwet. Voor nu vragen we je om artikel 2.1 Jeugdwet er bij te pakken (artikel 2.1, 2.2 en 2.9, Jeugdwet). Nee, echt serieus? Ja, echt serieus! Wen eraan om soms even een wettekst te lezen, het gaat je heel veel helpen om te begrijpen waarom sommige keuzes gemaakt worden.
Artikel 2.1 van de Jeugdwet
En dan nu even de diepte in om beter te begrijpen wat de collega’s van de beleidsafdeling allemaal doen om te zorgen voor een soepele uitvoering van de Jeugdwet in de praktijk. 😊
In artikel 2.1 van de Jeugdwet is precies vastgelegd wat het Rijk wil zien in het beleid en van daaruit in de uitvoering van de gemeente. De wet is dus zelf al wel zo snugger om direct de koppeling te maken tussen beleid en uitvoering.
En omdat artikel 2.1 van de Jeugdwet zo’n goed beeld geeft van de ruimte die de gemeente heeft gekregen (beleidsvrijheid) en de kaders (beleidsopdracht) die het Rijk wil meegeven, behandelen we dit wetsartikel in z’n geheel en in detail.
Artikel 2.1 van de Jeugdwet
Het gemeentelijke beleid inzake preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en de uitvoering van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering is gericht op:
Sowieso valt gelijk op dat dit artikel gaat over beleid én uitvoering over de volle breedte van de jeugdhulp (zie ook het schema aan het begin van deze pagina).
- a. Het voorkomen en de vroege signalering van en vroege interventie bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
De verantwoordelijkheid van de gemeente begint dus vóór de problemen zich aandienen ( = preventie) én de gemeente is attent op het zo vroeg mogelijk signaleren van problemen ( = signalering).
- b. Het versterken van het opvoedkundige klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang.
Misschien ken je de uitspraak ‘It takes a village to raise a child’, en dat is precies waar het hier om gaat. Hoe kan de gemeente dit versterken? Bijvoorbeeld door het inrichten van een consultatiefunctie voor professionals die beroepsmatig met jeugdigen werken. Je kunt bijvoorbeeld denken aan leerkrachten, jeugdhulpverleners of crècheleiders. Het is aan de gemeente om te organiseren dat zij ergens terecht kunnen met hun vragen.
- c. Het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders, opdat zij in staat zijn hun verantwoordelijkheid te dragen voor de opvoeding en het opgroeien van jeugdigen.
Gemeenten moeten manieren ontwikkelen om ouders op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het opvoeden. Denk bijvoorbeeld aan een inloopspreekuur waar ouders terecht kunnen met hun vragen.
- d. Het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren, waarbij voor zover mogelijk wordt uitgegaan van hun eigen inbreng.
Dit is de eigen kracht waar we eerder in deze training al op in zijn gegaan. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht van ouders en de jeugdige. Dit betekent dat er wordt gekeken naar het eigen probleemoplossend vermogen van ouders, al dan niet met ondersteuning vanuit het sociale netwerk.
- e. Het bevorderen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie waarin hij opgroeit;
Gemeenten hebben de taak om kindermishandeling te bestrijden. Ook de signalering rondom kindermishandeling is een taak van de gemeente. Gemeenten zijn regievoerder voor de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. Ook de samenwerking en afstemming met verschillende instanties is hier de verantwoordelijkheid van gemeenten. In module 5 komen we hier nog op terug.
- f. Integrale hulp aan de jeugdige en zijn ouders, indien sprake is van multiproblematiek
Hier komt het idee van één gezin één plan één regisseur op net een andere manier terug in de wet. Bij multiproblematiek moeten we integraal en over de grenzen van de Jeugdwet heen kijken.
- g. Het tot stand brengen en uitvoeren van familiegroepsplannen en het verlenen van hulp op basis van familiegroepsplannen, ter uitvoering van artikel 4.1.2 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
Een familiegroepsplan is een plan dat wordt opgesteld door de ouders, samen met familie of andere personen uit het sociale netwerk van de jeugdige. De gemeente moet ouders ondersteunen als zij een familiegroepsplan willen opstellen en rekening houden met wat er in het plan door de familie is geschreven.
Verdiepingskans: Nog niet genoeg? Voor de echte bijtertjes: artikel 2.2 van de Jeugdwet werkt uit wat er in het beleid moet staan, welke verbanden er gelegd moeten worden en welke visie en doelstellingen de gemeente heeft. Kijk maar eens of je de wettekst kan volgen. Veel plezier!
Vanuit de beleidsafdeling wordt dus nagedacht over bovenstaande. In de wet klinkt het allemaal vrij helder: doe aan preventie, richt je op opvoedingsondersteuning, maak gebruik van de eigen kracht van het gezin, etc. Maar hoe geef je daar handen en voeten aan als gemeente? Hoe kan je er in de praktijk daadwerkelijk voor zorgen dat dit ook bereikt wordt? Het is fijn als hier een goed doordacht plan voor gemaakt wordt. Door dit vast te leggen in een verordening en eventueel beleidsregels krijgen de medewerkers in de uitvoering, ja jij dus 😉, duidelijke handvatten om in de praktijk mee aan de slag te gaan en het beleid uit te voeren.
Check, dubbelcheck
- Ik kan de 3 belangrijkste taken/onderdelen van de Jeugdwet noemen.
- Ik heb door het bestuderen van artikel 2.1 van de Jeugdwet gezien hoe de wet de gemeente verplichtingen oplegt en keuzevrijheid geeft.
- Ik snap dat de gemeente de abstracte doelen van de Jeugdwet moet vertalen naar concrete plannen voor de praktijk.